dinsdag 2 januari 2007

Wereld

Ik dacht altijd dat je over China weinig tot niets te weten kunt komen. Dat is niet waar. De laatste dagen heb ik talloze enorm interessante artikelen gelezen over China. Het volgend jaar worden daar de Olympische Spelen gehouden dus China gaat open. Hoe ver weet niemand behalve natuurlijk de Chinese regering. Een heel mooi artikel vond ik dat van James Traub: "The World according to China", dat zowel een beschouwing van de internationale politiek van China is als ook een interview met de ambassadeur van China bij de VN. Ook "What's to stop India and China" vond ik heel verhelderend. Je moet het natuurlijk voor een groot deel hebben van Westerse journalisten, maar er zitten er een groot aantal al jaren in China. Ik kan ook de blog van Fons Tuinstra, de "China Herald", aanbevelen. Via zijn vele links kom je een heel eind verder als je wil. China is niet alleen de snelst groeiende economie en binnenkort grootste markt van de wereld, maar ook een land met veel problemen, zoals de verschillen tussen het snel opkomende Oosten en het platteland, de noodzaak van een meer innovatieve economie en de onmacht om daarmee te starten, de ideologische fundering van het regime, het elitisme en de zelfverrijking van het regime, de met de groei gepaard gaande vervuiling van het milieu, nog afgezien van de onrust in de westelijke "provincies" en Buiten-Mongolië. Sommige commentatoren voorspellen dat China over tien jaar de hegemonie van de Verenigde Staten kan overnemen, terwijl anderen daar nog minstens een zo niet een paar generaties voor rekenen.
India leek mij altijd veel toegankelijker. Dat klopt ook wel. Ook daar zit men met een enorm verschil tussen de hogere en middenklassen in de metropolen en een plattelandsbevolking die nog maar nauwelijks meekomt. Van de week kon je bij voorbeeld lezen dat er 40 miljoen mensen in de wouden wonen en daar het leven leiden dat hun voorouders eeuwen lang hebben geleefd. Zij zijn analfabeet, leven van wat het woud en een paar stuks vee opbrengen en worden ook nog beschouwd als degenen die het milieu in de wouden vernietigen. Er is nu een wet aangenomen om hun recht op bewoning van de bossen vast te leggen en te beschermen.

Waarom verdiep ik mij hierin? Waarom wil ik weten hoe het met China en India gaat? Waarom schrijf ik in plaats daarvan niet aan mijn roman? Omdat die stof mijn roman grotendeels ís. Jaren geleden werkte ik aan mijn "Liefde in tijden van contestatie". Voordat die af was was de contestatie voorbij en liep iedereen weer in driedelig kostuum, zoekende naar een baas die een snelle auto op het salaris toelegde. Ik begon aan een nieuwe, "Liefde in tijden van carriërisme", die mij na korte tijd en de nodige ervaring met carriëristen verveelde. Ik realiseerde mij heel snel dat met de val van de Muur een volstrekt nieuwe wereld ontstond en dat ik talloze ideeën moest bijstellen. En ik denk altijd dat een roman een relevante achtergrond moet hebben en de enige relevante achtergrond van vandaag is de "Weltinnenraum des Kapitals" (Sloterdijk). Ik ben niet voor niks de geschiedenis van het volkenrecht gaan bestuderen en doceren. Al sinds de Bevrijding in 1945 is mij duidelijk dat wij in een wereld leven die globaal is. De bevrijders kwamen uit Schotland, Nieuw-Zeeland, Canada, de Verenigde Staten, Engeland en zij marcheerden of reden chocolade en nylons uitdelend op tanks voorbij. Tot dan toe had ik alleen maar Belgen en - tijdens de oorlog - Duitsers als buitenlanders gezien, nu viel de hele wereld over mij heen. Ik sprak al Engels toen ik nog op de 4e klas van de basisschool zat. Dat blijft je bij.

Geen opmerkingen: