donderdag 11 december 2008

Fukuyama: meer nieuws

"Fukuyama's bekering", staat er met vette letters op de voorpagina van NRC-Handelsblad van vandaag, 11 december 2008. Het zal toch niet waar zijn, dacht ik. Het zal toch niet weer een bericht zijn waarin oud nieuws voor nieuw wordt verkocht? Maar jawel hoor, het staat er echt: "Francis Fukuyama, jarenlang aanhanger van Bush, verkondiger van het 'einde van de geschiedenis' en 'de overwinning van het (neo-)liberalisme', heeft zich bekeerd en is nu Keynesiaan. De credietcrisis heeft hem van mening doen veranderen."
De credietcrisis... Hm. Is die man zo vooruitziend? Volgens hemzelf heeft hij zich al veel eerder bekeerd (en van Bush afgewend). Toen zag hij dus de credietcrisis al aankomen! Of komt het Handelsblad met oud nieuws?
In 2006 publiceerde Fukuyama "After the Neocons. America at the Crossroads". (In Nederland worden buitenlandse boeken pas aangekondigd en/of besproken als ze vertaald zijn en altijd zonder vermelding van het jaar van verschijning. Het is dan of ze net verschenen zijn. Omdat dit boek van Fukuyama, voor zover mij bekend, nog niet vertaald is, bestaat het hier nog niet. Ik vertaal de titel maar even voor de Nederlandse lezer: "Na de neocons. Amerika op het kruispunt.")
Die titel zegt ook niet veel, maar: "Fukuyama beschouwde zichzelf altijd als een 'neocon'. Maar nu niet meer," staat er op de achterkant van de pocketeditie (van 2007).
En dat is niet alles. "After the Neocons" verscheen weliswaar in 2006, maar, zoals de auteur in zijn voorwoord schrijft: de verwijdering kwam al in 2004, om precies te zijn "in februari 2004 toen ik deelnam aan het jaarlijkse diner van het American Enterprise Institute." Hij hoorde daar hoe de columnist Charles Krauthammer in de jaarlijkse Irving Kristol toespraak, getiteld "Democratisch realisme: een Amerikaanse buitenlandse politiek voor een unipolaire wereld", de invasie van de V.S. in Irak kwalificeerde als een "virtually unqualified success", wat hem een enthousiast applaus opleverde. Hij, Fukuyama, kon dat niet begrijpen, "gegeven het feit dat de V.S. geen massa-vernietigingswapens hadden gevonden, vastzaten in het moeras van een kwaadaardige opstand en zich vrijwel totaal vervreemd hadden van de rest van de wereld door het soort unipolaire politiek te voeren dat Krauthammer propageerde." Hij schreef erover in de zomer van 2004 in "The National Interest". "Ik moest concluderen," schrijft hij verder in dit voorwoord, "dat het neoconservatisme, zowel als politiek symbool als qua gedachtengoed, zich ontwikkeld had tot iets dat ik niet langer kan steunen."
Dus toen, in februari 2004, zag Fukuyama de credietcrisis al aankomen die hem van gedachten deed veranderen? Als ik het Handelsblad moet geloven.

Natuurlijk, Fukuyama komt hier een spreekbeurt geven en moet worden aangekondigd, dat begrijp ik. Maar ook het interview dat op pg. 15 staat levert nauwelijks meer op dan dat deze man de verkondiger van de 'eind van de geschiedenis' is/was. Het artikel dat hij daarover het eerst publiceerde dateert van 1989, het boek dat er een uitwerking van is in 1992. En al die tijd lijkt die man te hebben stilgezeten. Zijn - om maar iets te noemen - "The Great Disruption. Human Nature and the Reconstitution of Social Order" van 1999 telt niet? Tja.

vrijdag 19 september 2008

Blogs en drones

Gisteren, 18 september 2008, kon men op het nieuws op TV een foto zien van een "nieuw", een "experimenteel" wapen van de Verenigde Staten van Noord-Amerika waarvan men er meer gaat maken zogenaamd omdat zij zo doeltreffend zijn en geen Amerikaanse soldaten kosten. Het heet de "drone". Dat dit nieuws was komt niet omdat het echt nieuws was, maar omdat men in Nederland met de nieuwsvoorziening maanden achterloopt. En alleen maar op grote kranten en niet op blogs let.
In Mother Jones Magazine van maart/april 2008 stond al een foto van zo'n apparaat en een uitgebreide beschrijving. Tom Engelhardt van "TomDispatch" ging er onmiddellijk op in en vertelde dat ook dat al old news was en dat de VSvN.-A. deze dingen al meer dan twee jaar eerder hadden ingezet. "By the beginning of 2006, however, U.S. Predator drones "bearing Hellfire missiles -- the preferred weapon in decapitation [strikes] -- had already hit 'terrorist suspects overseas' at least 19 times since 9/11." Tussen begin 2006 en 11 september 2001 had men er al 19 keer gebruik van gemaakt.
Het is niet de eerste keer dat men in Nederland koud nieuws geserveerd krijgt. Ik lees regelmatig een aantal Amerikaanse blogs en internetbladen waarin uitvoerig verslag wordt gedaan van de kosten van de oorlogen, van de effecten op Irak, Afghanistan, Somalië en -inmiddels - Pakistan en andere landen, inclusief de VSvN.-A. zelf, van het aantal en de omvang van Amerikaanse bases in het buitenland en dergelijke. De Nederlandse media liggen daarbij ver achter. In het bijzonder over Afghanistan en "ons" gehannes daar lezen wij veel te weinig. Alleen wat persoonlijke dingetjes, vrijwel niet meer. Wat doen wij daar nog? Wat voert die Duitse maatschappij uit die voor ik weet niet meer hoeveel miljoen is ingehuurd om Uruzgan te reconstrueren? Enz.
Ik heb de indruk dat de Nederlandse media de Amerikaanse napraten. Dat is niet goed, niet alleen omdat het napraten is, maar omdat de Amerikanen een heel andere invalshoek hebben dan Europa. Onlangs bedacht men in Europa dat men zich best wel wat losser van de VSvN.-A. kon opstellen. Dat zou voor de Amerikanen zelf erg goed zijn, vooral als Europa dat in zijn geheel doet. Amerikanen kunnen zich niet verplaatsen in een wereld buiten hun land. Zij denken dat kritiek op de oorlogen van Bush een binnen-Amerikaanse aangelegenheid is. Dat is niet zo. Europa moet laten zien dat er daadwerkelijk een andere wereld bestaat opdat de hele wereld afkomt van de Amerikaanse hegemonie. Gebeurt dat niet dan zal de toenadering tussen o.m. China en Rusland steeds meer polariserende trekken aannemen en ontstaat er een tweede tweedeling van de wereld en een tweede Koude Oorlog.
Ik geloof dat de Europese publieke opinie daarin moet groeien wat niet kan als zij onvoldoende geïnformeerd wordt.
Dat verhaal over de "drone" van gisteren is een typisch voorbeeld van enerzijds verlate, anderzijds veel te neutrale nieuwsvoorziening. Wie de moeite neemt om het boven aangehaalde artikel van Tom Engelhardt te lezen zal zien dat zo'n drone een onmenselijk en zeer onberekenbaar wapen is dat al talrijke onschuldige slachtoffers heeft gemaakt.

zondag 14 september 2008

Bordewijk en de herenmoraal

Een heer was vroeger iemand die zelf geen arbeid hoefde te verrichten, daarvoor had hij zijn slaven, horigen, lijfeigenen of arbeiders naar gelang de historische periode. Zijn "arbeidethos" geldt dus per definitie niet voor hemzelf, maar voor die mensen die in zijn levensonderhoud (en luxe) voorzien. Hijzelf moest voldoen aan een ander ethos: hij moest zich bezig kunnen houden, per saldo, want ik ga het niet opsommen, met zo min mogelijk functionele dingen. Toen dat allemaal met de Franse Revolutie was afgeschaft werd de heer iemand die van zijn rente leefde en zijn tijd doorbracht op de herensoos of in salons. Deze "geschiedenis van de heer" was in de 20e eeuw blijkbaar nog niet helemaal afgelopen.
Een sprekend voorbeeld geeft Bordewijk die zijn protagonist in "Karakter", genaamd Katadreuffe,  nadat hij zijn studie rechten voltooid heeft en advocaat is geworden, laat bepeinzen dat hij nu wel eens "heer" zou kunnen worden. (Ja, waarom niet?) Daar had hij geen tijd voor gehad omdat hij, zoals ik in mijn vorige blog uitlegde, zijn studie in de avonduren had moeten doen. Hoe dan ook, hij formuleert voor zichzelf een program voor zijn "cursus hoe word ik een heer". Dat luidt als volgt. Zijn opgave is “heer te worden, niet te schijnen, te wórden”. En dat ziet er als volgt uit:
“Hij moest kunnen meespreken over alles, niet met de boekengeleerdheid van een lexicon, maar schertsenderwijs. Hij moest een vlotte conversatie kunnen ontwikkelen onder mannen, en, op een andere wijze weer, bij vrouwen, zijn litteratuur kennen, vreemde talen spreken met het juiste accent, hún litteraturen kennen, - hij moest op de hoogte zijn van plastische kunsten, van muziek, - hij moest vlot leren reizen in vreemde landen, hij moest kunnen vertellen van steden, landschappen, volkeren, gebruiken en eigen ondervindingen, hij moest geestig kunnen zijn, en vooral wellevend, gekleed zonder overdrijving steeds in de juiste stukken van de juiste snit, - hij moest kunnen spreken over sport en over politiek, de binnenlandse en de buitenlandse, over de conjunctuur, de beurs, over opera en toneel en film, - hij moest kunnen kaarten, kunnen dansen, kunnen praten over goed logies, goed eten en vooral goede wijn, - hij moest kunnen lunchen zoals hij het de zakenmannen had zien doen in het restaurant, met de geslotenheid van een bolwerk, het stond hem tegen, maar het moest. En er moest nog zo ontzaglijk veel gebeuren.”
Het duizelt je hierbij. Wáár moest hij al dit gefazel kunnen opbrengen? Nog steeds in de soos, in de salon, achter het bureau waarop hij bigot zijn benen kon leggen? De man was toen om en nabij 28. Je vraagt je af wat er van hem is terechtgekomen.
Het was 1938 toen het relaas van zijn leven door Mr. Bordewijk werd afgesloten. De auteur heeft er geen vervolg op geschreven. Wij bleven dus zitten met de vraag: wordt hij nog een heer of niet? Alras hadden wij andere zorgen, de Tweede Wereldoorlog brak uit. Na die oorlog, waarin wij grondig hadden kennisgemaakt met "Herren", interesseerde ons niet meer of Katadreuffe of iemand anders een heer was geworden, wij hadden andere dingen aan ons hoofd: de Wederopbouw. Er moest toen kort gezegd even flink worden doorgewerkt. Niettegenstaande het feit dat wij het daar druk mee hadden, produceerden wij - overkwam ons, want de Pil was er nog niet - ook nog de Babyboom, de generatie van ondankbare koters die zich niet wensten te realiseren welk een paradijs - welk een gedemocratiseerde herensoos - wij voor hen hadden klaargezet.
Déze lui regeren nu het land. Hun opperhoofd, bij de Nederlandse Stam minister-president genaamd, - een soort achterhoede-representant ervan, een Orlando furioso in de pas van Roncesvalles, - zegt tegen de "nu aanstormende" generatie dat zij de mouwen moeten oprollen en de armen eruit steken. Hij doet daarbij een beroep op een romanpersonage, waarbij hij ervan getuigt dat hij er niet veel van begrijpt. Katadreuffe is of een "Streber" (Ter Braak) of een would-be-gentleman, beide als voorbeeld even weinig geschikt als de VOC.

zaterdag 6 september 2008

Karakter: lange neus of extraneus

In NRC Handelsblad van gisteren 5 september beklaagt ene Christiaan Weijts er zich over dat P.-J. Balkenende zich voor een boutade aan de Erasmus Universiteit beroept op "Karakter" van Bordewijk zonder het echt gelezen te hebben. "Het is ongelofelijk," schrijft Weijts, "Balkenende heeft het einde niet gelezen! Al zijn paternalistische praatjes over "het karakter van Nederland" en "karakter op de werkvloer" hangt hij op aan een roman die hier nu juist een lange neus naar trekt."
Ik vrees dat de heer Weijts "Karakter" zelf niet goed heeft gelezen. Hij beweert dat "Karakter juist over de ontluistering en schaduwkant gaat van dit arbeidsethos". Dat is niet waar. Wat Balkenende zei is evenmin waar, maar iets minder dan wat Weijts ervan maakt.
De roman van Bordewijk gaat niet over het arbeidsethos. Het hoofdpersonage Katadreuffe weet zich omhoog te werken, maar komt, als hij zover is tot de slotsom dat hij geen "heer" is geworden, dat hij zich niet met godsdienst heeft ingelaten en dat hij de twee vrouwen in zijn leven, zijn moeder en een secretaresse op het werk, niet de nodige aandacht heeft gegeven. Dat zich omhoog werken is niet gegaan over de ruggen van ander personeel op het kantoor waar hij werkt of door zich op dat kantoor uit de naad te werken, maar doordat hij zich in zijn avonduren met succes voorbereidde op het staatsexamen en vervolgens op een rechtenstudie. Dat heeft hij zo intensief gedaan, dat hij voor weinig anders aandacht heeft gehad. Het gaat dus bij Bordewijk niet om een lange neus, maar om een extraneus.
Tegenwoordig heeft iedere universiteit voor avond- en/of weekendstudenten de nodige faciliteiten en bovendien is er de Open Universiteit. Dat was er in de tijd van Katadreuffe, de dertiger jaren, allemaal niet. Je was grotendeels autodidact, op zijn best had je een repetitor kunnen vinden. Katadreuffe zal over zijn studies zo'n acht à tien jaar hebben gedaan, pak weg van zijn 18e tot zijn 28e. Kwam dat door het arbeidsethos van destijds? Welnee. Dat kwam omdat hij niet op het gym had gezeten, ook al niet een gevolg van een arbeidsethos.
Bordewijk noemde zijn roman eerst "Karakters", meervoud. Mogelijk had hij een roman in zijn hoofd van botsende karakters, drie stuks, de vader, de moeder en de zoon. Wat de vader bezielde is niet duidelijk, de moeder was door hem zo'n beetje verkracht toen zij bij hem dienstmaagd was en op staande voet vertrokken. Na de geboorte van Jacob Willem Katadreuffe, de vrucht van die verkrachting, wilde zij geen enkele steun van vader Dreverhaven aanvaarden. Noch de vader noch de moeder veranderden door de botsing der karakters, maar Katadreuffe wel. Waarschijnlijk heeft Bordewijk ingezien dat zijn roman per saldo alleen maar over dit personage ging en de titel aangepast.
Ik ben het niet met Balkenende eens dat wij hier een mooi voorbeeld hebben van "karakter". Katadreuffe wordt tot de advocatuur aangetrokken bij het zien van een koperen plaat met daarop de namen van de erachter domicilie hebbende advocaten met hun titels. Zo iets wil hij ook wel. Hij moet daar op dat moment zijn vanwege zijn faillissement als sigarenhandelaar. Zijn curator ziet iets in de jongen en hij krijgt een baantje bij de advocaten: koffie zetten, post rondbrengen enz. De advocaten zijn corpsbalachtige, zichzelf geestig vindende lolbroeken. In hun conversatie is geen sprank van iets dat Katadreuffe het ideaal van de "goede" rechtsbeoefenaar zou kunnen geven. Dat is evenmin het geval met de baas van het zaakje, Mr. Stroomkoning, die in Rotterdam "overal zijn handen in heeft". Geweldig, toch! Maar niet geschikt als ideaalbeeld. Katadreuffe is een doorzetter, maar dat wat hij wil bereiken, zoals Balkenende het uitdrukt, is niet meer dan een plaats op de koperen plaat aan de deur van het kantoor. Gut. En hij wordt tenslotte metterdaad ook nog beëdigd.
Hoewel Bordewijk zelf advocaat was heeft hij van het kantoor een rei gemaakt, zoals de Griekse tragici deden, en wel een tegenhanger van de serieusheid van Katadreuffe. Dat is de meest passende karakteristiek voor het personage: hij is zo serieus als Balkenende zelf. Serieusheid is echter geen karakter. Integendeel. (Ik herinner mij dat Simone de Beauvoir in "Moraal der dubbelzinnigheid" een streng onderscheid maakt tussen serieusheid en ernst. Het eerste zou je een synoniem kunnen noemen van serialiteit. De serieuze mens wil zichzelf reproduceren, in serie uitvoeren en is dusdoende een product, niet een producent. Een producent daarentegen schept uit zijn eigen bronnen in plaats van uit aangereikte modellen.)
De psychologiserende interpretatie van "Karakter" laat Katadreuffe handelen uit reactie op het gedrag van zijn vader. Ik vind niet dat Bordewijk daarvoor het materiaal levert. Bordewijk was daarvoor veel te weinig psycholoog. Ik weet wel dat dat niet wegneemt dat er dan wel degelijk psychologisch geïnterpreteerd kan worden, maar wat er dan uitkomt is geen karakter, maar zo iets als dwangmatigheid en dus inderdaad serialiteit. In de dertiger jaren kon men dat nog wel eens verwarren met karakter.
Onze minister-president is waarschijnlijk "Karakter" gaan herlezen omdat hij wel weer eens met iemand van stavast wilde omgaan. Dat kan ik mij bij dit kabinet goed voorstellen, maar ik zou hem het advies willen geven niet "onderuitgezakt tegen een parkboom" Bordewijk te lezen, maar gewoon op een terras of thuis in zijn werkkamer een - ja hoor, serieus - boek als "Politics and the Novel" van Irving Howe. Bij voorbeeld dus. "Literature and the Political Imagination" (1996) kan ik hem niet aanraden, daarvoor is hij niet ver genoeg. Misschien zou "Robinson Crusoe" bij nader inzien toch beter zijn.

donderdag 24 januari 2008

(Nederland in?) Afghanistan

Juurd Eijsvoogel bezint zich in het Handelsblad van zaterdag jl. op de vraag "Hoe moet het dan wel in Afghanistan?" Hij neigt naar een (her)bezinning. (Herbezinning als we aannemen dat de besluiten om deel te nemen aan de missie aldaar en de verlenging van die deelneming "bezonnen" zijn genomen.) Zijn antwoord op de in de titel van zijn bijdrage geformuleerde vraag is een serie van vragen. In de eerste plaats de vraag of we, in het licht van de opmerkingen van Gates, “wel in staat zijn zo’n guerrilla te bestrijden en de Talibaan te verslaan (of, zoals Nederland het liever ziet, ze ‘irrelevant te maken’)." Dat is de vraag die Gates beantwoord had/heeft.
Eijsvoogel komt dan op nog andere vragen: het is daar kennelijk “... een kwestie van lange adem ... hebben de bondgenoten wel het uithoudingsvermogen om het twintig dertig jaar vol te houden? Hebben ze het geld er op den duur nog voor over? Is het opbouwen van een Afghaanse staat, vrijwel uit het niets, wel een realistische ambitie? Is dat niet veel te hoog gegrepen?”
Zijn conclusie: “Als we verzuimen op zulke fundamentele vragen een antwoord te zoeken, staan we straks met een mond vol tanden. Dat zou pas echt “ronduit beledigend“ zijn...”.
Eijsvoogel gaat er kennelijk van uit dat "wij" alleen maar in Afghanistan zijn om er orde in de governance van het land te brengen, resp. dat in te voeren. Van de Amerikanen is intussen bekend dat zij alleen maar blijven zolang hun doelstellingen niet gerealiseerd zijn, i.c. drugs- en terrorismebestrijding. Hun idee is altijd geweest dat zij dat wel zullen fixen en dan weg kunnen wezen. Voor hen is het dus geen vraag of zij het wel lang volhouden.
Eijsvoogel is echter voor wat betreft zijn eigen vraag en op zijn eigen niveau (zo iets als achtergrondvragen) op zijn wenken bediend door een vijftal oud-generaals van de NAVO. Zij gaan zelfs nóg een heel stuk verder en analyseren in een 150 pagina's tellend papier en passant de hele wereldsituatie om te komen tot het advies om voor de hele wereld een kolonels-regime-van-generaals in te stellen, bestaande uit Amerikaanse en NAVO, in ieder geval westerse generaals, die bovendien de bevoegdheid krijgen om "preemptive" nucleair wapentuig te gebruiken. Als de analyse van de "heren Vijf" juist zou zijn, zou er misschien nog iets, niet veel, voor te zeggen zijn. De analyse is echter, als ik Hegel mag citeren, die van de kamerheer die zijn heer beoordeelt: geen goede kamerheer.

zaterdag 19 januari 2008

Nederland in Afghanistan 6

Deze tekst kan ik niet ongeciteerd laten. Ik vond hem hier.

"...Daan Everts, outgoing civilian representative of the NATO secretary general in Kabul, admitted to al-Jazeera in a recent interview. "You have a little 'German Afghanistan' in the north, an 'Italian Afghanistan' in the west, 'Dutch Afghanistan' in Uruzgan and a 'Canadian Afghanistan' in Kandahar and so on. Geographically we [NATO] have been fractured, but also sectorally with equal ineffectiveness - like giving the justice sector totally to the Italians, counter-narcotics to the British, the police to Germans, anti-terrorism to the Americans." Everts was unusually frank for a high-ranking NATO official. He said Afghan reconstruction has been a "bonanza for consultants, serious consultants, half-baked consultants, marginal consultants and mailbox consultants"; there has been an outflow of resources from Afghanistan of up to 40% of aid given to the country. "So there is this aid industry that descends on a poor nation and runs away with part of the loot." He called for a government in Kabul that is "more serious about problems" such as corruption, drug-trafficking and law-enforcement."

Kortom, niks loos bij de NAVO, alles in orde. Die Gates moet zijn mond houden.

donderdag 17 januari 2008

Nederland in Afghanistan 5

Gates heeft Nederland beledigd, maar zich verontschuldigd. Daarmee is de kous voor de regering af, zoals te verwachten. Die zal daar gaan toegeven dat haar Afghanistan-project één bonk amateurisme is. (Zij hebben immers een Duitse GmbH ingehuurd die gespecialiseerd is. Dus dat zit wel goed. Ook "wij" dragen ons steentje bij aan de "bonanza for consultants, serious consultants, half-baked consultants, marginal consultants and mailbox consultants" waarover hier.)
Nu was Gates niet de enige die zei dat de NATO-partners incompetent en incapabel zijn. Ik heb al in mijn blog van 7 juli 2007 gewezen op artikelen in "The New Yorker" en "The New York Times" waarin ironisch werd gedaan over de Nederlandse "tactiek van het hazenpad" (mijn betiteling). O. a in "The Washington Post" van 15 januari 2008 wordt - in twee artikelen (hier en hier) - uitvoerig ingegaan op de meningsverschillen binnen de NAVO, die volgens De Hoop Scheffer niet bestaan.
Niet alleen de Nederlanders doen het verkeerd, de Engelsen, met hun specifieke tactiek waarbij aan de dorpelingen wapens worden uitgedeeld ("arabikai" of "arbakai"), eveneens. (Zie "The Independent" van 14 januari 2008.) Met de Duitsers zijn de VS niet tevreden, met de Fransen evenmin.
Pikant is hierbij dat die Gates nog in oktober jl. tegen zijn eigen troepen zei dat zij er niets van terecht brachten. Zie mijn blog van 11 oktober 2007, waarin ik signaleerde: "Gates kapittelt ... het leger (van de VS - T.L.) en beticht het ervan dat het zich nog steeds richt op conventionele oorlogen in plaats van op de onconventionele, zoals die in Irak en Afghanistan worden gevochten. Die zullen de komende tijd de voornaamste soort slagveld opleveren." Nu wordt van de Amerikanen gezegd dat zij de enigen zijn die ervaring hebben, de laatste 6 à 7 jaar opgedaan (sic!), met "counterinsurgency". In Bagram en Guantanamo?
Diezelfde Gates heeft pas in november jl. het ei van Columbus - al meer dan 5 eeuwen oud dus - gevonden: diplomatie. Hij was er wel achter gekomen dat soldaten alleen dit soort klussen niet aankunnen, maar dat er ook diplomatie nodig is. Daar hebben die soldaten in de afgelopen twee maanden dus ook al heel veel ervaring mee opgedaan.
Hier, in Nederland, is men er blijkbaar nog niet eens achter dat soldaten niet kunnen "dievelloppen". (Nu, trouwens, die Duitse GmbH is ingehuurd, is de taak van de Nederlandse soldaten veel duidelijker geworden: vechten en alleen maar vechten, want voor het ontwikkelingswerk worden die Duitsers betaald.)
Alles kits dus, wij kunnen ons gerust omdraaien en verder slapen, de eensgezinde NAVO waakt over ons.