Posts tonen met het label Amerikaanse draaikonterij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Amerikaanse draaikonterij. Alle posts tonen

zaterdag 26 maart 2011

De wereld en ik 11

Terwijl ik bezig was de president van de Verenigde Staten van Noord-Amerika de les te lezen, bekroop mij stilaan de gedachte dat het er helemaal niet toe doet wat de man gestudeerd heeft. Reagan deed het ook best. (Dit laat ik niet gelden voor Palin.) Ik wilde daar natuurlijk een blog aan wijden, maar ineens begon er van alles te gebeuren waar geen mens op had gerekend. Net zoals indertijd de Val van de Muur. Welk voordeel de opgenoemde president nu heeft van de vorming die hem, volgens Kloppenberg, een geheide volger van de Amerikaanse buitenlandse traditie heeft gemaakt, kan ik niet beoordelen, want het lijkt erop dat die traditie zelf momenteel meer ter discussie staat dan men tot voor een paar maanden voor mogelijk had gehouden. Wat was alles toch nog eenvoudig? Amerika was de hegemoon en dat was het dan. Voor sommigen was al wel duidelijk dat een hegemoon niet een alleskunner is. Hij kan bij voorbeeld met al zijn "overwhelming power" niet eens een handvol zwervende krijgers in Afghanistan aan. Hij kan zelfs geen vaste en duidelijke politieke lijn vinden in zijn buitenlands beleid. ("Buitenlands" beleid? Een mooie term voor het beheer van de hegemoniale invloedssfeer.) Terwijl de hegemoon decennia lang de moslimwereld met zetbazen heeft geregeerd openbaart zich nu ineens een zelfstandigheid van denken en willen waaraan men ten burele van genoemde hegemoon niet heeft gedacht. Men is daar wel op de hoogte! En dat terwijl ieder telefoongesprek, iedere email, ieder blog, ieder facebook, hyves en wat dies meer zij geregistreerd wordt in de databestanden van de CIA. De Amerikaanse buitenlandtraditie blijkt net zo'n vernisachtige, abstracte, anonieme en onrelevante machine te zijn als de kassa's van Albert Hein. (De enige vraag daar waar je antwoord op kunt verwachten luidt: "wat zeggu?". En dan nog.) Tot enige concreetheid is zulks niet in staat. Wat moest ik daarover schrijven wat niet iedereen duidelijk zelf kon waarnemen?
Voeg hierbij dat ik weer een aanval van jicht te verduren heb gekregen en men begrijpt dat ik even niet heb kunnen bloggen. Hiermee gaat het inmiddels beter dan met het Amerikaanse buitenlandbeleid. Gelet op wat er nog buiten Egypte, Tunesiƫ en Libiƫ in de "Arabische" wereld plaats grijpt, moet de fundamentele wijziging van dat beleid nog beginnen. Er staat ons dus nog veel leuks te wachten.

woensdag 28 november 2007

Terug naar Grotius, maar niemand mag het merken

Gisteren, aldus NRC-Handelsblad van vandaag, maar het was eergisteren 26 november jl., kwam Secretary of Defence Gates met een nieuw idee: de Verenigde Staten moeten, om succes te hebben in de wereld, meer aan diplomatie doen en er niet vanuit gaan dat alleen militair geweld genoeg is. Daar sta je wel even van te kijken. Het overgrote merendeel van de wereld dacht dat allang. Ik heb Gates een exemplaar gestuurd van mijn "Inleiding in de leer van de internationale betrekkingen voor kleuters" waarin ik schrijf dat internationale betrekkingen bestaan in geweld, diplomatie of samenwerking. In mijn begeleidend schrijven heb ik de bladzijde waarop dit staat, genoemd, zodat hij niet teveel hoeft te lezen. (Het is trouwens bladzijde 2.) Omdat ik het geheel nogal armzalig vond voor zo'n belangrijk, wereldomvattend probleem heb ik eraan toegevoegd dat ook Alberico Gentili en Hugo de Groot op het einde van de 16e, resp. aan het begin van de 17e eeuw al ieder een boek hebben geschreven dat gaat over "oorlog en vrede", oftewel "vechten of praten". Bij een volgende gelegenheid, onder andere als hij zijn "beleid" moet verdedigen, kan hij zijn verhaal opsmukken (lees: opleuken) met een verwijzing naar deze beide klassieke heren. "Vergeet niet," heb ik er nog - ten overvloede heet dit - aan toegevoegd, dat zij het nog nauwelijks hadden over samenwerking, zodat "voor u de rode loper naar een primeur is uitgerold". (Dat is toch fijntjes, nietwaar.)
Neuroot als ik ben heb ik mij, op gevaar af de hele VS te beledigen, niet kunnen weerhouden erop te wijzen dat zij niet spreken van "oorlog en vrede", maar van "het recht van oorlog en vrede". Het internationale recht of volkenrecht, waarvan de beide 16e eeuwers om beurten de vader worden genoemd, moet dus ook nog worden toegevoegd.
Zo kan ik ook nu niet nalaten eraan te herinneren dat Nederland zich tot voor kort voortdurend tot de pleitbezorger van het "theorema van De Groot" heeft gemaakt.
En dan herinner ik nog eens aan mijn blog van 11 oktober jl. Zie ik het goed dan gaat Gates hier weer een stap verder: hoewel chef van de ruziemakersafdeling, erkent hij ineens het bestaanrecht van diplomatie. Nu nog de samenwerking en het recht. Er is dus nog hoop. Bespottelijk blijft deze gang van zaken natuurlijk wel, maar misschien moet men deze onbenullen een (gouden) afdruipregeling gunnen.