Wat Finkielkraut met zijn boek "Un coeur intelligent" wil zeggen is mij volstrekt een raadsel. Ik heb hier al een jaar geleden aan de hand van zijn "Avant-Propos" proberen aan te tonen dat hij het zelf niet weet. De boeken die hij bespreekt heb ik niet allemaal gelezen, maar ik heb de indruk dat wij hier weer te maken hebben met een lijst die gekozen is met een vooropgezet doel, niet als steekproef om langs inductieve weg te komen tot een idee van de ziel van de roman, maar om een stelling te bewijzen die Finkielkraut al in zijn hoofd had voor hij aan dit boek begon. Ik noem drie voorbeelden: "Lord Jim", "The human stain" en "Aantekeningen uit het ondergrondse".
Conrad doet er een half boek over om de deugdzaamheid van zijn held Jim aan te tonen. Dat hij voor een gerecht is gedaagd is dus kennelijk niet aan hem te wijten, maar aan zo iets als het noodlot of misschien juist zijn deugdzaamheid die hem dan zijn verderf injaagt. Boodschap: ook een deugdzaam mens kan het slecht vergaan.
Met Coleman Silk in "The human stain" gaat het al niet beter. Hij wordt het slachtoffer van de verdraaiing van een grapje dat door een overcorrecte collega wordt gebruikt om hem te gronde te richten. Wie een beetje thuis is in dit soort omstandigheden voelt al na 20 bladzijden waar het naartoe gaat: de dood van het hoofdpersonage.
Het anonieme hoofdpersonage van de "Aantekeningen uit het ondergrondse" gaat niet dood, althans niet in het boek. Hij is een van de meest rancuneuze figuren uit de wereldliteratuur. De filosoof Max Scheler heeft hem uitgekozen om te dienen als uitgangspunt voor zijn "Das Ressentiment im Aufbau der Moralen". Een hele - negatieve - eer. Merkwaardig genoeg rept Finkielkraut hier helemaal niet van. Het maakte hem verdacht voor mij. Wat bedoelde hij dan? De "Aantekeningen uit het ondergrondse" munten bepaald niet uit in hartelijkheid, integendeel, het is een en al gif. "Ik ben een ziek man...," begint het, "Ik ben een slecht man. Een onaantrekkelijk man ben ik. Ik geloof dat ik aan een leverkwaal lijd... Neen heren, ik wil mij niet laten cureren, uit kwaadaardigheid." Zo gaat het, in de vertaling van Hans Leerink, het hele boek door. Kort samengevat: jullie kunnen allemaal de kolere krijgen. (Wij hebben minstens twee mooie evenbeelden in "Een nagelaten bekentenis" van Marcellus Emants en "Meneer Vissers hellevaart" van Simon Vestdijk.) De roman van Dostojewski is wel heel lucide, maar weinig hartelijk.
Finkielkraut is een zich filosoof noemende sikkeneurige kniesoor, een professionele chagrijn. Hij heeft een voorkeur voor wat hij de underdog noemt, maar wat in feite de drager van het ressentiment is. Hij wil onrecht aan de kaak stellen, het vervelende is alleen dat hij geen goede maatstaf heeft. De kreet "intelligent hart" is als zodanig helemaal niets, hoe mooi het literair ook mag klinken.