Posts tonen met het label geschiedenis van de moderniteit. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geschiedenis van de moderniteit. Alle posts tonen

woensdag 28 mei 2014

Wijsgerig Genootschap Maastricht

Het "Wijsgerig Genootschap Maastricht" (WGM), vereniging ter beoefening van de wijsbegeerte? Was het maar waar. Ik claim hiermee natuurlijk wel de naam. En het idee.
Ik ben niet aanhanger van een bepaalde filosofie, zeg van Heidegger of Derrida of Marx, of een bepaalde richting, bv. het existentialisme of het postmodernisme. Dat zijn allemaal interessante figuren en opties, ik wil mij echter niet vastleggen. Ik ben bezig met literatuur over de jongste filosofie en wil graag daarover van gedachten wisselen met filosofen.
Ter gedachtenbepaling hanteer ik het format van een cursus, waarbij ik een boek zou gebruiken zoals de “Einführung in die Philosophie der Gegenwart” (2006) van Reiner Ruffing, het meest recente boek met een overzicht dat ik heb kunnen vinden. (Om misverstand uit te sluiten: het was/is niet mijn bedoeling zo’n cursus te geven en al zeker niet aan de hand van een Duits boek, het gaat mij alleen om het format.)
Ruffing behandelt in een kleine 300 bladzijden achtereenvolgens: cultuurhistorische achtergrond, existentialisme, hermeneutiek, analytische taalfilosofie, wetenschapstheorie, kritische theorie, structuralisme en postmodernisme, pragmatisme en analytische filosofie van de geest. Voor mijn gevoel ontbreekt er van alles aan deze opzet, men vindt hem in grote lijnen in alle oudere boeken met een overzicht van de tweede helft van de 20e eeuw.
En dat is mijn punt. Van de 40 à 50 filosofen die aan bod komen, leven er nog maar een paar: Rorty, Sloterdijk, Habermas, Putnam, ook allemaal al gepensioneerd (voor zover filosofen gepensioneerd worden). Het postmodernisme wordt afgedaan met Foucault en Derrida. De huidige discussie over het post-post-modernisme - digimodernisme, metamodernisme, post-post-modernisme - wordt niet behandeld. En al helemaal niet de nieuwe, globale cultuurhistorische achtergrond waarin landen als China, India, Rusland, de andere BRICS, de moslimlanden steeds meer andere rollen spelen dan tien, twintig jaar geleden. Wat te doen met bv. de filosofie-vergelijking tussen China en het Westen?
Over het Westen gesproken: wat te doen met de (onder)scheiding tussen continentale en anglo-amerikaanse filosofie?
Zelf probeer ik vaste voet te krijgen in een probleemstelling waarvan ik mij voorstel dat zij typisch van “beneden de rivieren” is, van de katholieke delen van Nederland, een probleemstelling die het begin van de “modern times” dateert bij het lange moment waarin het denken losraakte van het christelijke geloof, in humanisme, Verlichting, romantiek, enz. en de zin van het leven, alsmede zijn legitimatie radicaal veranderde. Om kort te gaan, ik ben afgedwaald van een handzaam overzicht van de contemporaine filosofie naar mijn eigen probleemstelling, die van een Limburger die zijn katholicisme heeft verlaten en een weg zoekt in de filosofie. Iemand zin om mee te denken?

zondag 16 februari 2014

Modernisme 5: geschiedenis van de moderniteit?

Door allerlei gedoe - kwaaltjes, bezoekjes, taakjes - kwam ik er de laatste dagen, weken niet toe het boek te bespreken dat ik in Metz (Fr) vond, namelijk de "Histoire de la modernité" van Jacques Attali dat net verschenen is. Uiteraard trok het onmiddellijk mijn belangstelling toen ik het zag liggen en nog meer toen ik het opsloeg en zag dat zijn geschiedenis van de moderniteit begint nog vóór de Grieken van de Oudheid. Wat? Zo vroeg? De moderniteit, dat is toch onze tijd? Nee, zegt Attali, iedere periode van de geschiedenis heeft zijn moderniteit. Ik zou zeggen: zijn actualiteit. Soit. Het mag duidelijk zijn dat de verschijning van zo'n boek mij even uit het veld slaat en dat ik er mij even mee moet uiteenzetten, zoals het heet. Ik schrijf hier echter alleen maar een boekaankondiging. (Laat anderen het ook maar eens lezen!)
Attali heeft hetzelfde idee van "moderniteit" dat ik ook heb: de moderniteit is de actuele situatie van een bepaalde periode. Hij deelt zijn geschiedenis in in 7 hoofdstukken. Om te beginnen, d.w.z. tot ongeveer het jaar 300, is er
1. de moderniteit van het Zijn ("modernité de l’Être");
2. vanaf 300 tot 1400: de moderniteit van het Geloof ("modernité de la Foi");
3. gevolgd door, van de 15e tot de 17e eeuw:  aan gene zijde van de Antieken en de Modernen: de Rede ("Au-delà des Anciens et des Modernes: la Raison"), na de strijd tussen de zg. klassieken en de modernen.
4. Voor de 18e eeuw geeft hij een schets van: de moderniteit van de Rede, de democratie ("Esquisse d’une modernité de la Raison: la démocratie"). 
5. De 19e eeuw geeft volgens Attali de triomf van de moderniteit van de Rede: de democratie van de markt ("triomphe de la modernité de la Raison: la démocratie de marché").
6. Van het einde van de 19e eeuw tot 1960 domineren "socialisme, nihilisme, science-fiction en postmoderniteit".
7. Vanaf de 60er jaren tot nu hebben we te maken met onze eigen tijd ("Le contemporain").
Vanaf de 18e eeuw schijnt er geen samenvattend begrip te bestaan. Misschien had Attali de woorden democratie en markt ook met hoofdletters moeten schrijven. Être, Foi, Raison, Démocratie, Marché, ???, Contemporain. Doordat Attali de gedachten van elke periode herleidt tot een enkel begrip of idee - het Zijn, het Geloof, de Rede enz. - komt hij ertoe de perioden die hij met jaartallen ongeveer aangeeft een idee-matige grondslag te geven en wel die welke wij allang gewend zijn als bij voorbeeld "de eeuw van de Rede" (de Verlichting) of "de tijd van het Geloof" (de Middeleeuwen). Ik weet niet wat het oplevert om die "eeuwen" en "tijden" moderniteiten te noemen, behalve dat wat wij altijd "eeuw" of "tijd" of "periode" hebben genoemd de telkenmale moderniteit was.
Volgens Attali zijn er zeven van die moderniteiten geweest en zitten wij in de laatste. Hoewel hij een historie ontwikkelt, gaat het hem eveneens om de "avenir": "Penser son histoire permet de comprendre l’idée qu’une société, siècle après siècle, se fait de son futur...". (Zijn geschiedenis denken maakt het mogelijk het idee dat een samenleving, eeuw na eeuw, zich van zijn toekomst maakt, te begrijpen, d.w.z over zijn toekomst na te denken.) Attali identificeert per saldo 7 mogelijke toekomsten van de moderniteit, 7 projecten voor de toekomstige generatie. Elk correspondeert met bijzondere krachten, al reeds aan het werk in de geschiedenis. Hij noemt ze hypermoderniteit, amoderniteit, retromoderniteit, ethnomoderniteit, ecomoderniteit, theomoderniteit en altermoderniteit. De eerste is de paroxystische verlenging van de moderniteit van de rede, de volgende vijf zijn aanpassingen van eerdere - gepasseerde - moderniteiten en alleen de zevende, "la modernité de l’altruïsme", is origineel en in staat te concurreren met het hyperrationalisme van de eerste.
Moderniteit is dus, als we Attali volgen, de modus of levenswijze van een bepaalde periode van de geschiedenis. Zij is niet alleen mentaliteit, maar ook "gewoonterechtelijk" gedragspatroon, feitelijk, al dan niet (doel)bewust gedrag, niet alleen woorden, maar ook daden. Zij is ook niet alleen beperkt tot een bepaalde periode, maar ook tot bepaalde culturen. Zo is het onjuist te spreken van "de" moderne tijd, aangezien het daarbij alleen om de westerse levenswijze gaat. (Misschien wordt er eer mee bedoeld dat het de meest voortgeschreden levenswijze of cultuur is die "toevallig" in het Westen is ontstaan. Dan is te onderzoeken in hoeverre de westerlijkheid een noodzakelijke voorwaarde voor of zelfs oorzaak van dat ontstaan is. Er zijn studies naar deze aspecten van "the western miracle".) Enz.