Posts tonen met het label VS. Alle posts tonen
Posts tonen met het label VS. Alle posts tonen

zondag 8 september 2013

Interventie in Syrië

Stel dat Assad achter de recente gifgasaanval in Syrië zit. De juiste procedure is dan dat hij voor het Internationale Strafhof wordt gedaagd, zoals al een aantal regeringsleiders zich daar hebben moeten rechtvaardigen. De procedure die Obama voorstelt, dat namelijk de VS+ Assad straffen is onjuist. Wil hij Assad gestraft zien dan moet hij hem aanklagen in Den Haag, niet een strafbaar feit straffen met een strafbaar feit. Dat kan hij natuurlijk niet omdat hij dat hof niet erkent en zie daar de desastreuze gevolgen van die afzijdigheid.
En dan interventie. Helaas heeft Obama de juiste rechtsgang inmiddels bedorven. Allang voor de gifgasaanval had de Veiligheidsraad zich moeten uitspreken over de noodzaak van interventie onder leiding van de VN. De grond daarvoor zou zijn geweest de dood van zo'n 100.000 mensen, de vlucht van twee miljoen anderen en de schade die wordt aangericht, plus de onmacht van het - overigens legitieme - regime. Dat dit zich verdedigt tegen opstandelingen is niet onrechtmatig. Er zou dus ook geen sprake zijn van onrechtmatigheid van Assad, maar overmacht en onmacht. De VN zou capabele staten opdracht hebben kunnen geven om legitiem in te grijpen en een einde te maken aan het bloedvergieten. Zulk ingrijpen zou meer een politioneel optreden zijn geworden dan het imperiale gedoe van de VS met hun zogenaamde superpower. Hoogst waarschijnlijk zouden tegen een dergelijke procedure geen bezwaren zijn geweest van de zijde van Rusland en China die immers mee zouden kunnen doen aan de interventie. En hoogst waarschijnlijk zou de hele gifgasaanval er al niet meer van zijn gekomen.
Doordat de VS het Internationale Strafhof niet erkennen en het nu op een strafbaar feit gooien dat zij eigenrechtelijk menen te mogen vergelden, is de weg van een ordelijke procesgang waarbij de vraag van het daderschap goed geregeld aan de orde had kunnen komen afgesneden. Er moet nu, volgens de zogenaamde realistische politici, worden gestraft zonder proces, hetgeen niet alleen in strijd is met het internationale, maar ook met het Amerikaanse constitutionele recht.
Wat een ongehoord en misdadig, regelrecht maffioos gepruts.

zondag 4 augustus 2013

De VS de wereldregering?

Ik lees “The Dispensable Nation. American Foreign Policy in Retreat” (2013) van Vali Nasr. Over de auteur bestaat een Wikipedia-pagina. Hij is geboren in 1960 in Teheran, ging in 1975 naar Engeland om te studeren en na de Iraanse revolutie van ‘79 naar de VS. Daar studeerde hij verder aan de Tufts Universiteit en promoveerde hij in 1991 aan het MIT. Momenteel is hij professor aan Johns Hopkins Universiteit. Hij is een expert inzake het Midden Oosten en in het bijzonder Iran. Academicus en auteur van vele artikelen en boeken, is hij ook actief als politiek adviseur voor presidenten, leidende politici en leden van het congres. Zijn meest opvallende activiteit was zijn assistentschap bij Richard Holbrooke in 2009-11, waarover “The Dispensable Nation” gaat.
Het boek voert de lezer in de hoogst besloten wereld van het Amerikaanse buitenlandbeleid en onthult daarbij verbijsterende details over de manier waarop het Witte Huis onder Obama omging met Afghanistan, Pakistan en Iran. De auteur was in het vertrek aanwezig gedurende sleutelbijeenkomsten op het hoogste niveau. Hij toont aan dat het Witte Huis gedurende de eerste twee jaar van het bewind van Obama niet werkelijk geloofde in diplomatie in de relaties van de VS met Afganen en Pakistani en het zocht in militaire operaties. Dit is weliswaar algemeen bekend, maar het is uiterst interessant te lezen welke machten allemaal achter deze keuze zaten, vooral omdat Nasr vrijmoedig schrijft over de verwrongen relaties in de beleidsgroep.
Het is dus het relaas van de besluitvorming over het optreden door de VS in het Midden Oosten, d.w.z. in Irak, Afghanistan, Iran, Pakistan. Nasr besteedt niet expliciet aandacht aan de samenstelling van de beleidsgroep, maar de dramatis personae komen geleidelijk ter sprake naar mate het relaas zich ontrolt. Het zijn president Obama, het Witte Huis, de CIA, Buitenlandse Zaken, Defensie, de NSC, het Pentagon, de speciale vertegenwoordiger van de president in Afghanisatan en Pakistan, Vali Nasr zelf. Minister van BZ is Hilary Clinton, de minister van defensie is Gates, de speciale vertegenwoordiger Richard Holbrooke, zijn assistent Vali Nasr.
Het Witte Huis is eigenlijk een soort secretarie voor de president, waar zich talloze adviseurs ophouden, en die een doorgeefluik naar de president vormt voor ideeën en ontwerpbesluiten en wat dies meer zij voor de besluitvorming. De ministeries en ook zulke diensten als de CIA, de FBI en het Pentagon zijn “buitendiensten”. Het optreden in Afghanistan, Irak, Iran, Pakistan viel voor wat de diplomatie betreft onder Buitenlandse Zaken (State Department), voor het militaire deel onder Defensie (Department of Defence), met meer op de achtergrond de CIA en het Pentagon, in principe uitvoerende “diensten”, maar met een grote mate van autonomie en invloed bij de beleidsvorming.
Obama trof bij zijn aantreden de al acht jaar durende oorlog in Afghanistan aan als erfenis van zijn voorganger George W. Busch. Wat moest hij ermee? En wat kon hij ermee? In ieder geval benoemde hij vrij snel Richard Holbrooke als zijn ”Special Representative for Aghanistan and Pakistan” (SRAP), om hem verder grotendeels te vergeten. Hij moest de situatie peilen en Obama op de hoogte stellen zodat die terzake besluiten kon nemen, maar de Speciale Vertegenwoordiger was niet de enige. Hij bracht de resultaten van zijn onderzoek uit aan BZ, maar ook Defensie, het Pentagon en de CIA maakten analyses en rapporten, soms enkele inches dik. Wat mij bijzonder frappeert dat is de rivaliteit tussen al deze acteurs, een rivaliteit die het effect heeft dat besluiten op zich laten wachten - hetgeen de indruk wekt dat de president besluiteloos is - of dat de president een besluit neemt dat hijzelf helemaal niet wil. Obama kreeg geen goede opties aangeboden, maar hij vroeg ook niet om betere. Een optie die de president niet overwoog en die een heel ander einde aan de oorlog en een ander beeld van de VS had kunnen opleveren, was de diplomatieke.
Het boek van Nasr behandelt de gang van zaken heel gedetailleerd en heel vrijmoedig. “Zijn portrettering van de strategische verwarring in het Witte Huis van Obama is vernietigend en overtuigend,” schrijft een bespreker van het boek en bij lezing verwondert men zich inderdaad over het feit dat deze openheid, die bijna lekken is, getolereerd wordt. En nog verbazingwekkender is het feit dat het land met dit soort regering de pretentie heeft de wereld te kunnen besturen.

maandag 29 juli 2013

Lezende over de wereld

Naar aanleiding van “The Dispensable Nation. American Foreign Policy in Retreat” (2013) van Vali Nasr: Er lijkt een vanzelfsprekend beeld van de huidige wereld te bestaan: de wereld wordt geregeerd door een enkele supermacht, de Verenigde Staten van Amerika, de rest is daarvan afhankelijk. Natuurlijk zijn er China, India, Rusland, de Europese Unie, maar dat zijn regionale grootheden, geen globale. Althans niet in de absolute mate waarin de VS het lijken te zijn. Onlangs heeft men nog een aantal “opkomende landen” gevonden, Turkije, Brazilië, Indonesië enz., maar die zijn zogezegd nog regionaler. Misschien klopt het beeld zelfs wel. In ieder geval leeft het bij de meerderheid van de wereldbevolking al probeert men her en der verzet te ontwikkelen. En het is de moeite waard te bedenken welke de consequenties van deze situatie zijn.
Een eerste vraag die ik mij stel luidt: waarom zijn de Verenigde Naties niet de wereldstaat waaraan ook de VS onderworpen zijn? Waarom, met andere woorden, moet Amerika de rol van wereldstaat spelen? Omdat het nu eenmaal de veruit machtigste staat is, is het gangbare antwoord. Ik wil niet bestrijden dat de VS feitelijk zoveel macht hebben, maar ik blijf zitten met de vraag of het daardoor een staat, en nog wel de wereldstaat kan zijn. Daarvoor is immers niet alleen feitelijke macht, maar meer nog een legitimatie nodig, een acceptering als zodanig door de “onderzaten”. Zo die ontbreekt heeft Amerika alleen maar de positie van hegemoon, van enige supermacht (met de nadruk op “macht”), en een hegemoon kan niet rechtsgeldig heersen. Hij kan geen algemeen geldige wetten maken. Hij kan dus het leven van de wereldgemeenschap niet rechtsgeldig regelen. Behalve zoals een roversbende, zoals al Augustinus van Hippo schreef, en daar zitten we niet op te wachten, want de ene roversbende brengt de andere voort en daarmee een toestand van oorlog.
Waarom dus, als dat allemaal zo belangrijk is, zijn de Verenigde Naties niet de wereldregering? Ook hier lijkt het antwoord eenvoudig: omdat zij niet effectief genoeg zijn, omdat zij bepaalde problemen niet kunnen aanpakken. Doordat de VN een verzameling van soevereine staten is, moet er over het tot stand brengen van regelingen overeenstemming bestaan en daaraan hapert het nogal eens. Dat kan in een gegeven geval een van twee gevolgen hebben: ofwel de te regelen zaak blijft ongeregeld ofwel een individuele staat neemt de taak van de VN op zich en “regelt” de kwestie. Dat zien wij tegenwoordig de Verenigde Staten nogal eens doen, niet altijd op een behoorlijke manier. Conclusie: de Verenigde Naties zijn niet geconstrueerd als een wereldstaat.
De Verenigde Staten zijn dat evenmin. “Supermacht” is een abstractie. Supermacht in wat? Militair, ja, maar zelfs op dat punt getuigen de blunders in het Midden Oosten niet bepaald van superieure strategie. Bedoeld is dus meestal: supermacht qua militaire hardware. En voor mijn part ook nog technologische hardware in het algemeen. Waar het echter om gaat is niet het bezit van deze spullen, maar de wijsheid om ze te gebruiken.
En dat is precies wat mij opvalt in het boek van Nasr: die wijsheid is gebrekkig. Prachtige voorbeelden leveren de gesprekken die Holbrooke, aan wiens optreden het boek is gewijd, voert met een drietal middenoosten-politici. Stuk voor stuk raden zij de VS groots opgezet militair optreden af en stuk voor stuk baseren zij zich op een veel beter inzicht in de gemeenschappen in het midden oosten en stuk voor stuk hebben zij gelijk gekregen. Dat betere inzicht was een gevolg van het behoren tot die gemeenschappen, iets dat de vreemdeling, i.c. de VS, niet kon - en kan - hebben.
Het probleem waar wij nu mee zitten is dat er bij alle globalisering een fatsoenlijke wereldregering ontbreekt. Dat is al meer dan een eeuw zo, al sinds de oprichting van de Wereldpostorganisatie. Er is een tijd geweest dat men dacht zo’n wereldstaat te kunnen construeren. De Volkenbond was het eerste exemplaar. Was dat een stap in de richting van de wereldstaat en een wereldregering? Velen hadden die illusie. Er ontbraken nog een aantal handtekeningen aan de oprichtingsacte, onder andere van de VS waarvan de president het idee sterk had gesteund, maar die zouden nog wel komen. Eenmaal zo’n instituut gecreëerd zijnde zou het zijn nut vanzelf bewijzen en daardoor ook de twijfelaars over de streep halen. Men weet hoe het gegaan is.
In ons land was er nogal wat scepsis over het idee, maar er was een man die er een wetenschappelijke weerlegging van beproefde. Dat was B.M. Telders in zijn proefschrift “Staat en volkenrecht” van 1927, verdedigd toen hij 24 was. Hij ging uit van de Duitse filosoof Hegel die postuleerde dat de wereldgeschiedenis stap voor stap meer inzicht en vrijheid schept, maar dat er aan de top iets ontbreekt, een wereldregering. In de individuele staten was de vrijheid wel te realiseren, maar op het globale vlak moest men genoegen nemen met een wetteloze, een anarchistische toestand. Telders verzette zich daar niet tegen, maar vond dat Hegel verzuimd had duidelijk te maken dat dit niet alleen maar de feiten waren, maar dat deze noodzakelijk waren, dat met andere woorden niets anders te verwachten is en dat men een illusie najaagt als men denkt in een wereldstaat te kunnen slagen. Hijzelf levert dan het bewijs dat de wereldstaat eenvoudig niet kan ontstaan.
Het lijkt een academische kwestie, maar een paar wereldoorlogen zouden moeten volstaan om de gevolgen van die onmogelijkheid van de wereldstaat voor iedereen, niet alleen voor academici, duidelijk te maken. Vandaag de dag zijn er nog veel meer problemen bijgekomen die, ik wil niet zeggen: het gevolg zijn van het ontbreken van een wereldregering, maar wel degelijk naar de mate waarin een staat in staat is problemen te voorkomen of op te lossen, voorkomen of opgelost hadden kunnen worden. En waar noch de VN noch de VS capabel voor zijn.
Waarom kan de wereldstaat niet bestaan? Telders zegt dat dit komt omdat hij zich niet kan profileren. Nationale staten, statenbonden en bondsstaten hebben dat altijd gedaan door zich tegen een ander af te zetten, maar, omdat de wereldstaat uniek is, kan hij dat niet. De redenering lijkt mij niet juist. Als staten ontstaan door zich tegen elkaar af te zetten, dan zijn er al staten voor dat zij ontstaan, wat natuurlijk onzin is. De nationale staten die feitelijk zijn ontstaan hebben dat dan ook niet gedaan. Het zijn omvormingen geweest van machtsconcentraties die zich afzetten tegen de stammen, de kerk, de politieke facties, en andere particuliere fenomenen. Die machtsconcentraties zijn erin geslaagd legitimatie te vinden voor hun optreden in het algemeen belang. Anders gezegd, zij hebben hun particulariteit omgevormd tot algemeenheid. Zij vormen daardoor de lokale, regionale algemeenheid of identiteit, grotendeels in onderscheid van de algemeenheid of identiteit van de buurlanden.
Wij halen graag mondialiteit of globaliteit aan de ene en universaliteit aan de andere kant door elkaar. Wat globaal geldt, geldt universeel. Dat is een misverstand. Globaal of mondiaal betekent alleen maar planetair, dat wat eigen is aan de planeet Aarde, het is niet “het” algemene of universele. Het rooms-katholicisme noemde zich paradoxaal genoeg, katholiek wat het Griekse woord voor universeel is. Het was het geloof in “de” algemeenheid, de hele schepping, zon, maan, sterren, ja, de Schepper zelf erbij inbegrepen. Dát was een concept van universaliteit, de grootst mogelijk algemeenheid waarvan de Schepper de absolute top, de absolute koning was. Sterker nog, de hele schepping bestond uit individuele, d.w.z. particuliere schepselen, alleen God was geen schepsel en geen particulier individu, hij was alle algemeenheid, volstrekt anders dan de individuen die er alleen maar een evenbeeld van waren, niet de volheid van het zijn hadden.
Misschien dat deze uiteenzetting iets verheldert van de hiërarchie in de wereldorde: ook op het globale of mondiale vlak is absolute algemeenheid - voor zover zij überhaupt al bestaat - niet te construeren, alle algemeenheid daar blijft het werk van mensen en dus behept met hun particulariteit. Wat in laatste instantie van de hiërarchisering aan de top overblijft, dat is de ultieme strijd tussen en om de particulariteiten. Misschien zag George Orwell het het beste met zijn idee van de permanente oorlogen tussen de drie wereldrijken Oceanië, Oost-Azië en Eurazië om de heerschappij in het gebied dat zich bevond tussen Tanger, Brazzaville, Hong Kong en Darwin, dus grofweg omvattende Afrika, met uitzondering van Zuid-Afrika, Arabië en de landen van het Midden Oosten, Indië, het oude Voor-Indië, Indonesië en de Filipijnen.
Het scenario van het eindspel zoals Orwell heeft beschreven en het bewijs dat de wereldstaat niet kan bestaan zijn misschien de beste uitgangspunten voor een nadenken over onze wereld: enerzijds het realisme van de onmogelijkheid van een wereldregering, anderzijds het weinig aanlokkelijke idee dat wij in een permanente oorlog verkeren, wat te doen? Voorlopig lijkt het mij goed de Amerikaanse pretenties wat betreft "Full Spectrum Dominance" van de wereld in het licht van het bovenstaande te zien en meer diplomatie dan militair geweld te eisen (hetgeen voor een bepaalde regio is wat Nasr vindt).

woensdag 13 maart 2013

VS-Mexico vs VS-Eurasia

Ik ben niet de enige die vindt dat de Verenigde Staten niets te zoeken hebben in Eurazië. De VS hebben hun eigen problemen die zij eerst maar eens moeten oplossen voordat zij anderen de wet komen voorschrijven. En als de VS-politici daar niet snel achter komen en adequate beslissingen nemen, zou het wel eens zo kunnen zijn dat zij door hun eigen Amerikaanse realiteit worden ingehaald. “Full Spectrum Dominance” zou dan wel eens de zoveelste Amerikaanse illusie kunnen zijn, te danken aan gebrek aan inzicht in de eigen situatie. Ik ontleen de volgende stelling aan een uittreksel uit het laatste boek van Robert Kaplan, gepubliceerd in The Daily Beast. Let op de opvatting van Andrew Bacevich “that fixing Mexico is more important than fixing Afghanistan”, oftewel "the World Island".
“America, I believe," aldus Kaplan, "will emerge in the course of the 21st century as a civilization oriented from north to south, from Canada to Mexico, rather than as an east-to-west, racially lighter-skinned island in the temperate zone stretching from the Atlantic to the Pacific. This multiracial assemblage will be one of sprawling suburban city-states, each nurturing its own economic relationships throughout the world, as technology continues to collapse distances. America, in my vision, would become the globe’s preeminent duty-free hot zone for business transactions, a favorite place of residence for the global elite. In the tradition of Rome, it will continue to use its immigration laws to asset-strip the world of its best and brightest and to further diversify an immigrant population that, as Huntington fears, is defined too much by Mexicans. Nationalism will be, perforce, diluted a bit, but not so much as to deprive America of its unique identity or to undermine its military.
But this vision requires a successful Mexico, not a failed state. If outgoing President Felipe Calderón and his successors can break the back of the drug cartels (a very difficult prospect, to say the least), then the United States will have achieved a strategic victory greater than any possible in the Middle East. A stable and prosperous Mexico, working in organic concert with the United States, would be an unbeatable combination in geopolitics. A post-cartel Mexico combined with a stabilized and pro-U.S. Colombia (now almost a fact) would fuse together the Western Hemisphere’s largest, third-largest, and fourth-largest countries in terms of population, easing America’s continued sway over Latin America and the Greater Caribbean. In a word, Boston University historian Andrew Bacevich is correct when he suggests that fixing Mexico is more important than fixing Afghanistan.
Unfortunately, as Bacevich claims, Mexico is a possible disaster, and our concentration on the Greater Middle East has diverted us from it. If the present course continues, it will lead to more immigration, legal and especially illegal, creating the scenario that Huntington fears. Calderón’s offensive against the drug lords has claimed 50,000 lives since 2006, with close to 4,000 victims in the first half of 2010 alone. Moreover, the cartels have graduated to military-style assaults, with complex traps set and escape routes closed off. “These are war fighting tactics they’re using,” concludes Javier Cruz Angulo, a Mexican security expert. “It’s gone way beyond the normal strategies of organized crime.” Ted Galen Carpenter, vice president for defense and foreign-policy studies at the Cato Institute in Washington, writes: “If that trend persists, it is an extremely worrisome development for the health, perhaps even the viability, of the Mexican state.”“

donderdag 11 oktober 2007

Goed bestuur

The New York Times van vandaag geeft een verslag van een toespraak van de staatssecretaris van defensie van de VS, Robert Gates, voor een verzameling van zowel gepensioneerde als nog niet gepensioneerde soldaten. Gates kapittelt daarin het leger en beticht het ervan dat het zich nog steeds richt op conventionele oorlogen in plaats van op de onconventionele, zoals die in Irak en Afghanistan worden gevochten. Die zullen de komende tijd de voornaamste soort slagveld opleveren. Dat zal inderdaad wel zo zijn en blijven als de Amerikanen doorgaan met hun imperialistisch beleid. Het wordt zelfs nog erger.
Nog niet zo lang geleden werden zij ervan beschuldigd zich te gedragen als de Oom Agent van de wereld. Dat is nu voorbij. Het imperialisme moet andere vormen krijgen, anders komt er niets van terecht. In de toekomst "... Army soldiers can expect to be tasked with reviving public services, rebuilding infrastructure and promoting good governance. All these so-called nontraditional capabilities have moved into the mainstream of military thinking, planning and strategy, where they must stay. ... Success will be less a matter of imposing one’s will and more a function of shaping behavior of friends, adversaries, and most importantly, the people in between,” zei de ex-CIA chef.
In goed Nederlands: wij, de Amerikanen, moeten ons meer toeleggen op vorming van het gedrag van vrienden, van tegenstanders en vooral van mensen onder elkaar. Onze soldaten moeten meer tot taak krijgen om openbare diensten te laten functioneren, infrastructuren te herstellen en goed bestuur te bevorderen.
Men zou dit kunnen toejuichen als men niet zulke slechte ervaringen had gehad met de Amerikanen. De indruk is steeds meer dat hun eigen openbare diensten slecht functioneren, dat hun infrastructuur toe is aan enorme verbeteringen en ook dat "good governance" (b.v. op het gebied van onderwijs, zorg, sociale zaken) knudde is. Zij maken zich aan de lopende band schuldig aan schending van het internationale recht en ondermijning van de internationale rechtsorde. Zij dwingen mensen tot vriendschap of kopen ze op. Zij zijn zelf zo individualistisch dat zij geen notie hebben van hoe gedrag van mensen onder elkaar anders dan als competitie, prestige, geweld, e.d. er uitziet.
Het toppunt van levensgevaarlijke onnozelheid is wel de stelling dat men deze taken tot die van het leger moet gaan rekenen. (Dat ze dan weer uitbesteedt aan "contractors" als Blackwater.) Hiermee kapittelt Gates niet "the Army", maar het reguliere ontwikkelingswerk. Gates schijnt niet te weten dat de "nieuwe" taken die hij opsomt voor de ontwikkelingswerkers volstrekt niet "nontraditional capabilities" zijn, maar hun gewone dagelijkse werk. Er zijn al veel klachten in de VS zelf over de alomtegenwoordigheid van veiligheidsmaatregelen (b.v. afluisterpraktijken) waardoor het land bezig is een politiestaat te worden. De hele wereld moet voor Gates in de toekomst in het gelid.
Wij, Nederlanders, laten trouwens ook een regering het standpunt handhaven dat de ontwikkelingswerkers vervangen moeten worden door soldaten.

dinsdag 21 augustus 2007

VS-Iran

Ter inleiding op een artikel van Dilip Hiro, (auteur van Secrets and Lies: Operation "Iraqi Freedom" en meer recent Blood of the Earth: The Battle for the World's Vanishing Oil Resources), getiteld "The Sole Superpower in Decline The Rise of a Multipolar World", schrijft Tom Engelhardt dat er sprake is van een wegsijpelen van de Amerikaanse macht. De meest recente verschijnselen die dit volgens hem demonstreren zijn de uitlating van de Afghaanse leider, Karzai, in de VS dat Iran een helper en een oplossing voor zijn land is, en het bezoek van de Iraakse minister-president, Al Maliki, aan Teheran. Beiden worden algemeen beschouwd als marionetten van de VS of A. Vervolgens, "to add insult to injury, just a week after Bush and Karzai met in Washington, Ahmadinejad headed for Kabul with a high-ranking Iranian delegation to pay his respects to the Afghan president "in open defiance of Washington's wishes." Think slap in the face." Engelhardt wijst verder op het opdringen van Rusland en op de provocerende acties van Chavez, evenals op het recente nieuws over Russisch-Chinese samenwerking. Hij geeft dan ook Dilip Hiro gelijk als deze een veelpolige wereld ziet opkomen met naar evenredigheid een "decline" van de VS. (Het laatste doet mij denken aan wat Geoffrey Barraclough de "dwarfing of Europe" noemde, toen dat werelddeel in de eerste helft van de 20e eeuw de opkomst van niet-Europese supermogendheden moest dulden, ten koste van zijn eigen globale suprematie.)
Misschien is niet zo belangrijk dat de Amerikaanse hegemonie aan het tanen is, maar dat er tekenen zijn dat de VS Iran wil benaderen. Misschien zijn Karzai en Al Maliki voorposten voor een nieuw Amerikaans Iran-beleid. Wij zouden hier de eerste vingeroefeningen kunnen zien van een tweede Nixon-stap naar de vijand. Laten we hopen dat het zo is.
De minister-president van Iran, Ahmadinejad, heeft inmiddels de uitnodiging voor een tegenbezoek aan Bagdad aanvaard.