Posts tonen met het label Full Spectrum Dominance. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Full Spectrum Dominance. Alle posts tonen

maandag 29 juli 2013

Lezende over de wereld

Naar aanleiding van “The Dispensable Nation. American Foreign Policy in Retreat” (2013) van Vali Nasr: Er lijkt een vanzelfsprekend beeld van de huidige wereld te bestaan: de wereld wordt geregeerd door een enkele supermacht, de Verenigde Staten van Amerika, de rest is daarvan afhankelijk. Natuurlijk zijn er China, India, Rusland, de Europese Unie, maar dat zijn regionale grootheden, geen globale. Althans niet in de absolute mate waarin de VS het lijken te zijn. Onlangs heeft men nog een aantal “opkomende landen” gevonden, Turkije, Brazilië, Indonesië enz., maar die zijn zogezegd nog regionaler. Misschien klopt het beeld zelfs wel. In ieder geval leeft het bij de meerderheid van de wereldbevolking al probeert men her en der verzet te ontwikkelen. En het is de moeite waard te bedenken welke de consequenties van deze situatie zijn.
Een eerste vraag die ik mij stel luidt: waarom zijn de Verenigde Naties niet de wereldstaat waaraan ook de VS onderworpen zijn? Waarom, met andere woorden, moet Amerika de rol van wereldstaat spelen? Omdat het nu eenmaal de veruit machtigste staat is, is het gangbare antwoord. Ik wil niet bestrijden dat de VS feitelijk zoveel macht hebben, maar ik blijf zitten met de vraag of het daardoor een staat, en nog wel de wereldstaat kan zijn. Daarvoor is immers niet alleen feitelijke macht, maar meer nog een legitimatie nodig, een acceptering als zodanig door de “onderzaten”. Zo die ontbreekt heeft Amerika alleen maar de positie van hegemoon, van enige supermacht (met de nadruk op “macht”), en een hegemoon kan niet rechtsgeldig heersen. Hij kan geen algemeen geldige wetten maken. Hij kan dus het leven van de wereldgemeenschap niet rechtsgeldig regelen. Behalve zoals een roversbende, zoals al Augustinus van Hippo schreef, en daar zitten we niet op te wachten, want de ene roversbende brengt de andere voort en daarmee een toestand van oorlog.
Waarom dus, als dat allemaal zo belangrijk is, zijn de Verenigde Naties niet de wereldregering? Ook hier lijkt het antwoord eenvoudig: omdat zij niet effectief genoeg zijn, omdat zij bepaalde problemen niet kunnen aanpakken. Doordat de VN een verzameling van soevereine staten is, moet er over het tot stand brengen van regelingen overeenstemming bestaan en daaraan hapert het nogal eens. Dat kan in een gegeven geval een van twee gevolgen hebben: ofwel de te regelen zaak blijft ongeregeld ofwel een individuele staat neemt de taak van de VN op zich en “regelt” de kwestie. Dat zien wij tegenwoordig de Verenigde Staten nogal eens doen, niet altijd op een behoorlijke manier. Conclusie: de Verenigde Naties zijn niet geconstrueerd als een wereldstaat.
De Verenigde Staten zijn dat evenmin. “Supermacht” is een abstractie. Supermacht in wat? Militair, ja, maar zelfs op dat punt getuigen de blunders in het Midden Oosten niet bepaald van superieure strategie. Bedoeld is dus meestal: supermacht qua militaire hardware. En voor mijn part ook nog technologische hardware in het algemeen. Waar het echter om gaat is niet het bezit van deze spullen, maar de wijsheid om ze te gebruiken.
En dat is precies wat mij opvalt in het boek van Nasr: die wijsheid is gebrekkig. Prachtige voorbeelden leveren de gesprekken die Holbrooke, aan wiens optreden het boek is gewijd, voert met een drietal middenoosten-politici. Stuk voor stuk raden zij de VS groots opgezet militair optreden af en stuk voor stuk baseren zij zich op een veel beter inzicht in de gemeenschappen in het midden oosten en stuk voor stuk hebben zij gelijk gekregen. Dat betere inzicht was een gevolg van het behoren tot die gemeenschappen, iets dat de vreemdeling, i.c. de VS, niet kon - en kan - hebben.
Het probleem waar wij nu mee zitten is dat er bij alle globalisering een fatsoenlijke wereldregering ontbreekt. Dat is al meer dan een eeuw zo, al sinds de oprichting van de Wereldpostorganisatie. Er is een tijd geweest dat men dacht zo’n wereldstaat te kunnen construeren. De Volkenbond was het eerste exemplaar. Was dat een stap in de richting van de wereldstaat en een wereldregering? Velen hadden die illusie. Er ontbraken nog een aantal handtekeningen aan de oprichtingsacte, onder andere van de VS waarvan de president het idee sterk had gesteund, maar die zouden nog wel komen. Eenmaal zo’n instituut gecreëerd zijnde zou het zijn nut vanzelf bewijzen en daardoor ook de twijfelaars over de streep halen. Men weet hoe het gegaan is.
In ons land was er nogal wat scepsis over het idee, maar er was een man die er een wetenschappelijke weerlegging van beproefde. Dat was B.M. Telders in zijn proefschrift “Staat en volkenrecht” van 1927, verdedigd toen hij 24 was. Hij ging uit van de Duitse filosoof Hegel die postuleerde dat de wereldgeschiedenis stap voor stap meer inzicht en vrijheid schept, maar dat er aan de top iets ontbreekt, een wereldregering. In de individuele staten was de vrijheid wel te realiseren, maar op het globale vlak moest men genoegen nemen met een wetteloze, een anarchistische toestand. Telders verzette zich daar niet tegen, maar vond dat Hegel verzuimd had duidelijk te maken dat dit niet alleen maar de feiten waren, maar dat deze noodzakelijk waren, dat met andere woorden niets anders te verwachten is en dat men een illusie najaagt als men denkt in een wereldstaat te kunnen slagen. Hijzelf levert dan het bewijs dat de wereldstaat eenvoudig niet kan ontstaan.
Het lijkt een academische kwestie, maar een paar wereldoorlogen zouden moeten volstaan om de gevolgen van die onmogelijkheid van de wereldstaat voor iedereen, niet alleen voor academici, duidelijk te maken. Vandaag de dag zijn er nog veel meer problemen bijgekomen die, ik wil niet zeggen: het gevolg zijn van het ontbreken van een wereldregering, maar wel degelijk naar de mate waarin een staat in staat is problemen te voorkomen of op te lossen, voorkomen of opgelost hadden kunnen worden. En waar noch de VN noch de VS capabel voor zijn.
Waarom kan de wereldstaat niet bestaan? Telders zegt dat dit komt omdat hij zich niet kan profileren. Nationale staten, statenbonden en bondsstaten hebben dat altijd gedaan door zich tegen een ander af te zetten, maar, omdat de wereldstaat uniek is, kan hij dat niet. De redenering lijkt mij niet juist. Als staten ontstaan door zich tegen elkaar af te zetten, dan zijn er al staten voor dat zij ontstaan, wat natuurlijk onzin is. De nationale staten die feitelijk zijn ontstaan hebben dat dan ook niet gedaan. Het zijn omvormingen geweest van machtsconcentraties die zich afzetten tegen de stammen, de kerk, de politieke facties, en andere particuliere fenomenen. Die machtsconcentraties zijn erin geslaagd legitimatie te vinden voor hun optreden in het algemeen belang. Anders gezegd, zij hebben hun particulariteit omgevormd tot algemeenheid. Zij vormen daardoor de lokale, regionale algemeenheid of identiteit, grotendeels in onderscheid van de algemeenheid of identiteit van de buurlanden.
Wij halen graag mondialiteit of globaliteit aan de ene en universaliteit aan de andere kant door elkaar. Wat globaal geldt, geldt universeel. Dat is een misverstand. Globaal of mondiaal betekent alleen maar planetair, dat wat eigen is aan de planeet Aarde, het is niet “het” algemene of universele. Het rooms-katholicisme noemde zich paradoxaal genoeg, katholiek wat het Griekse woord voor universeel is. Het was het geloof in “de” algemeenheid, de hele schepping, zon, maan, sterren, ja, de Schepper zelf erbij inbegrepen. Dát was een concept van universaliteit, de grootst mogelijk algemeenheid waarvan de Schepper de absolute top, de absolute koning was. Sterker nog, de hele schepping bestond uit individuele, d.w.z. particuliere schepselen, alleen God was geen schepsel en geen particulier individu, hij was alle algemeenheid, volstrekt anders dan de individuen die er alleen maar een evenbeeld van waren, niet de volheid van het zijn hadden.
Misschien dat deze uiteenzetting iets verheldert van de hiërarchie in de wereldorde: ook op het globale of mondiale vlak is absolute algemeenheid - voor zover zij überhaupt al bestaat - niet te construeren, alle algemeenheid daar blijft het werk van mensen en dus behept met hun particulariteit. Wat in laatste instantie van de hiërarchisering aan de top overblijft, dat is de ultieme strijd tussen en om de particulariteiten. Misschien zag George Orwell het het beste met zijn idee van de permanente oorlogen tussen de drie wereldrijken Oceanië, Oost-Azië en Eurazië om de heerschappij in het gebied dat zich bevond tussen Tanger, Brazzaville, Hong Kong en Darwin, dus grofweg omvattende Afrika, met uitzondering van Zuid-Afrika, Arabië en de landen van het Midden Oosten, Indië, het oude Voor-Indië, Indonesië en de Filipijnen.
Het scenario van het eindspel zoals Orwell heeft beschreven en het bewijs dat de wereldstaat niet kan bestaan zijn misschien de beste uitgangspunten voor een nadenken over onze wereld: enerzijds het realisme van de onmogelijkheid van een wereldregering, anderzijds het weinig aanlokkelijke idee dat wij in een permanente oorlog verkeren, wat te doen? Voorlopig lijkt het mij goed de Amerikaanse pretenties wat betreft "Full Spectrum Dominance" van de wereld in het licht van het bovenstaande te zien en meer diplomatie dan militair geweld te eisen (hetgeen voor een bepaalde regio is wat Nasr vindt).

woensdag 13 maart 2013

VS-Mexico vs VS-Eurasia

Ik ben niet de enige die vindt dat de Verenigde Staten niets te zoeken hebben in Eurazië. De VS hebben hun eigen problemen die zij eerst maar eens moeten oplossen voordat zij anderen de wet komen voorschrijven. En als de VS-politici daar niet snel achter komen en adequate beslissingen nemen, zou het wel eens zo kunnen zijn dat zij door hun eigen Amerikaanse realiteit worden ingehaald. “Full Spectrum Dominance” zou dan wel eens de zoveelste Amerikaanse illusie kunnen zijn, te danken aan gebrek aan inzicht in de eigen situatie. Ik ontleen de volgende stelling aan een uittreksel uit het laatste boek van Robert Kaplan, gepubliceerd in The Daily Beast. Let op de opvatting van Andrew Bacevich “that fixing Mexico is more important than fixing Afghanistan”, oftewel "the World Island".
“America, I believe," aldus Kaplan, "will emerge in the course of the 21st century as a civilization oriented from north to south, from Canada to Mexico, rather than as an east-to-west, racially lighter-skinned island in the temperate zone stretching from the Atlantic to the Pacific. This multiracial assemblage will be one of sprawling suburban city-states, each nurturing its own economic relationships throughout the world, as technology continues to collapse distances. America, in my vision, would become the globe’s preeminent duty-free hot zone for business transactions, a favorite place of residence for the global elite. In the tradition of Rome, it will continue to use its immigration laws to asset-strip the world of its best and brightest and to further diversify an immigrant population that, as Huntington fears, is defined too much by Mexicans. Nationalism will be, perforce, diluted a bit, but not so much as to deprive America of its unique identity or to undermine its military.
But this vision requires a successful Mexico, not a failed state. If outgoing President Felipe Calderón and his successors can break the back of the drug cartels (a very difficult prospect, to say the least), then the United States will have achieved a strategic victory greater than any possible in the Middle East. A stable and prosperous Mexico, working in organic concert with the United States, would be an unbeatable combination in geopolitics. A post-cartel Mexico combined with a stabilized and pro-U.S. Colombia (now almost a fact) would fuse together the Western Hemisphere’s largest, third-largest, and fourth-largest countries in terms of population, easing America’s continued sway over Latin America and the Greater Caribbean. In a word, Boston University historian Andrew Bacevich is correct when he suggests that fixing Mexico is more important than fixing Afghanistan.
Unfortunately, as Bacevich claims, Mexico is a possible disaster, and our concentration on the Greater Middle East has diverted us from it. If the present course continues, it will lead to more immigration, legal and especially illegal, creating the scenario that Huntington fears. Calderón’s offensive against the drug lords has claimed 50,000 lives since 2006, with close to 4,000 victims in the first half of 2010 alone. Moreover, the cartels have graduated to military-style assaults, with complex traps set and escape routes closed off. “These are war fighting tactics they’re using,” concludes Javier Cruz Angulo, a Mexican security expert. “It’s gone way beyond the normal strategies of organized crime.” Ted Galen Carpenter, vice president for defense and foreign-policy studies at the Cato Institute in Washington, writes: “If that trend persists, it is an extremely worrisome development for the health, perhaps even the viability, of the Mexican state.”“

donderdag 14 februari 2013

Eurazië 5

Waar gaat het om in de wereld? Geleidelijk aan dringt door dat het om Centraal Azië gaat. En niet alleen om de energiebronnen van dat gebied. Er is een strategisch belang bij het beheersen ervan. Amerika ligt op de verkeerde plaats, kun je zeggen. Het centrum van de wereld ligt hier en de Amerikanen zijn er zich terdege van bewust dat zij in het "heartland of the World Island" "boots on the ground" moeten hebben, althans, als zij hun "global standing" willen behouden. Inmiddels kunnen wij, Europeanen, ons de vraag stellen of wij niet beter geëquipeerd zijn om er de Euraziatische balans te houden, zoals Nargis Kassenova in haar hieronder geciteerde publicatie betoogt.
Zbigniev Brzezinski herhaalt in zijn recente boek “Strategic Vision” (2012) de stelling van “The Grand Chessboard” (1997) dat de Verenigde Staten Centraal Azië tot de spil (“pivot”) van hun buitenlandbeleid moeten maken. Het komt hierop neer dat de VS volgens hem de beste papieren hebben om de balans daar in stand te houden. Wie, volgens de geopolitieke denkbeelden die in het kielzog van Halford MacKinder zijn ontwikkeld, Centraal Azië beheerst, beheerst de wereld. Van de andere pretendenten zijn China en Rusland niet gekwalificeerd. Brzezinski denkt hierbij alleen maar aan de “power” van de VS. Wat gebeurt er als de VS hun wereldmachtspositie (hun “global standing”) kwijtraken? Men is geneigd te denken dat die positie dan wordt overgenomen door China. Daar gelooft Brzezinski echter niet in. Als China overneemt - rond 2025 - komt er naar zijn opvatting chaos. Tijdens de Koude Oorlog was Rusland, althans de Sovjet-Unie het alternatief, een dat gekooid en bestreden moest worden. Inmiddels is het China, maar China kwalificeert om andere redenen niet. Blijft over de VS. Also sprach Brzezinski.
 Brzezinski gebruikt de term niet, maar in de VS wordt al sinds de 90-er jaren gedacht aan “Full Spectrum Dominance”. William Engdahl wijdt er zijn boek met die titel (2009) aan. Niet dat hij voorstander is van het project waarin de VS de hele wereld zouden beheersen, het is juist de visie van Brzezinski e.a. die hij bestrijdt. “Full Spectrum Dominance” wordt ook een heel hoofdstuk lang besproken in “American Empire” (2002) van Andrew Bacevich. Het is een militair project waarin echter de diplomatie en het buitenlandbeleid zijn geïntegreerd in - lees: ondergeschikt zijn gemaakt aan - de overall militaire opties.
Rahul Mahajan heeft in 2002 zijn boek “Full Spectrum Dominance: U.S. Power in Iraq and Beyond” gepubliceerd. “In this compelling big-picture assessment of the U.S. war on Iraq, Mahajan combines his experience as an anti–Iraq sanctions activist with a keen analysis of U.S. foreign policy in the post–Cold War era to provide the analysis that has been overlooked in the mainstream debate. Situating Iraq within the larger context of post-9/11 foreign policy, he analyzes the Bush National Security Strategy and the new neoconservative vision of achieving increasing degrees of global domination and control. Presented with unflinching clarity, Mahajan’s research demonstrates that the war on Iraq was part of a much larger plan, assembled before 9/11 and, as stated by the Project for a New American Century, needing only a "new Pearl Harbor" to implement it.” Aldus de uitgever.
Wat in 2002 volgens Mahajan gold voor Irak geldt momenteel m.m. voor Iran. Pepe Escobar geeft hier een mooi overzicht van de actuele positie van de VS in Centraal Eurazië. Hij betoogt dat de Amerikanen Iran willen controleren, niet vanwege een bom, maar vanwege de geopolitieke positie van het land in Eurazië waar de Amerikanen willen domineren. Hij is van mening dat China en India vanwege hun belangen, voornamelijk als afzetgebied en als energieleverancier, in die regio Amerika de voet dwars zullen zetten.
In een artikel van 4 december jl., getiteld “Central Asia: Washington Must Adapt to Diminished Role in Central Asia - Expert”, schrijft Joshua Kucera over “Roger Kangas, professor of Central Asian Studies at the National Defense University”, die stelt dat Amerika zijn aspiraties in Centraal-Azië moet matigen omdat de leiders daar steeds minder voelen voor de Amerikaanse bemoeienis.
In haar artikel “The New EU Strategy towards Central Asia: A View from the Region” van 2008 legt Nargis Kassenova uit dat van de vijf candidaten voor een leidende positie in Centraal-Azië - de EU, Rusland, China, India en Amerika - de EU de beste papieren heeft. Wat is de les? Europa moet dan wel doorzetten en zich niet laten hinderen door de Amerikanen.