Waar gaat het om in de wereld? Geleidelijk aan dringt door dat het om Centraal Azië gaat. En niet alleen om de energiebronnen van dat gebied. Er is een strategisch belang bij het beheersen ervan. Amerika ligt op de verkeerde plaats, kun je zeggen. Het centrum van de wereld ligt hier en de Amerikanen zijn er zich terdege van bewust dat zij in het "heartland of the World Island" "boots on the ground" moeten hebben, althans, als zij hun "global standing" willen behouden. Inmiddels kunnen wij, Europeanen, ons de vraag stellen of wij niet beter geëquipeerd zijn om er de Euraziatische balans te houden, zoals Nargis Kassenova in haar hieronder geciteerde publicatie betoogt.
Zbigniev Brzezinski herhaalt in zijn recente boek “Strategic Vision” (2012) de stelling van “The Grand Chessboard” (1997) dat de Verenigde Staten Centraal Azië tot de spil (“pivot”) van hun buitenlandbeleid moeten maken. Het komt hierop neer dat de VS volgens hem de beste papieren hebben om de balans daar in stand te houden. Wie, volgens de geopolitieke denkbeelden die in het kielzog van Halford MacKinder zijn ontwikkeld, Centraal Azië beheerst, beheerst de wereld. Van de andere pretendenten zijn China en Rusland niet gekwalificeerd. Brzezinski denkt hierbij alleen maar aan de “power” van de VS. Wat gebeurt er als de VS hun wereldmachtspositie (hun “global standing”) kwijtraken? Men is geneigd te denken dat die positie dan wordt overgenomen door China. Daar gelooft Brzezinski echter niet in. Als China overneemt - rond 2025 - komt er naar zijn opvatting chaos. Tijdens de Koude Oorlog was Rusland, althans de Sovjet-Unie het alternatief, een dat gekooid en bestreden moest worden. Inmiddels is het China, maar China kwalificeert om andere redenen niet. Blijft over de VS. Also sprach Brzezinski.
Brzezinski gebruikt de term niet, maar in de VS wordt al sinds de 90-er jaren gedacht aan “Full Spectrum Dominance”. William Engdahl wijdt er zijn boek met die titel (2009) aan. Niet dat hij voorstander is van het project waarin de VS de hele wereld zouden beheersen, het is juist de visie van Brzezinski e.a. die hij bestrijdt. “Full Spectrum Dominance” wordt ook een heel hoofdstuk lang besproken in “American Empire” (2002) van Andrew Bacevich. Het is een militair project waarin echter de diplomatie en het buitenlandbeleid zijn geïntegreerd in - lees: ondergeschikt zijn gemaakt aan - de overall militaire opties.
Rahul Mahajan heeft in 2002 zijn boek “Full Spectrum Dominance: U.S. Power in Iraq and Beyond” gepubliceerd. “In this compelling big-picture assessment of the U.S. war on Iraq, Mahajan combines his experience as an anti–Iraq sanctions activist with a keen analysis of U.S. foreign policy in the post–Cold War era to provide the analysis that has been overlooked in the mainstream debate. Situating Iraq within the larger context of post-9/11 foreign policy, he analyzes the Bush National Security Strategy and the new neoconservative vision of achieving increasing degrees of global domination and control. Presented with unflinching clarity, Mahajan’s research demonstrates that the war on Iraq was part of a much larger plan, assembled before 9/11 and, as stated by the Project for a New American Century, needing only a "new Pearl Harbor" to implement it.” Aldus de uitgever.
Wat in 2002 volgens Mahajan gold voor Irak geldt momenteel m.m. voor Iran. Pepe Escobar geeft hier een mooi overzicht van de actuele positie van de VS in Centraal Eurazië. Hij betoogt dat de Amerikanen Iran willen controleren, niet vanwege een bom, maar vanwege de geopolitieke positie van het land in Eurazië waar de Amerikanen willen domineren. Hij is van mening dat China en India vanwege hun belangen, voornamelijk als afzetgebied en als energieleverancier, in die regio Amerika de voet dwars zullen zetten.
In een artikel van 4 december jl., getiteld “Central Asia: Washington Must Adapt to Diminished Role in Central Asia - Expert”, schrijft Joshua Kucera over “Roger Kangas, professor of Central Asian Studies at the National Defense University”, die stelt dat Amerika zijn aspiraties in Centraal-Azië moet matigen omdat de leiders daar steeds minder voelen voor de Amerikaanse bemoeienis.
In haar artikel “The New EU Strategy towards Central Asia: A View from the Region” van 2008 legt Nargis Kassenova uit dat van de vijf candidaten voor een leidende positie in Centraal-Azië - de EU, Rusland, China, India en Amerika - de EU de beste papieren heeft. Wat is de les? Europa moet dan wel doorzetten en zich niet laten hinderen door de Amerikanen.
Posts tonen met het label Centraal Azië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Centraal Azië. Alle posts tonen
donderdag 14 februari 2013
donderdag 24 januari 2013
Eurazië 4
In 2007 nam de Europese Unie een beleidsplan aan, getiteld Central Asia Strategy 2007, waarin een nieuw "partnership" met de Centraal Aziatische landen werd aangekondigd. Het project was ontworpen voor een looptijd van vijf jaar, t.w. van 2007 tot 2013. In januari 2008 schreef Nargis Kassenova, Assistant Professor in the Department of Political Science, Kazakhstan Institute of Management, Economics and Strategic Research, er in "Centre for European Policy Studies" een policy brief over waarvan ik het volgende overneem. (De tekst is wel al vijf jaar oud, maar ik vind hem nog steeds heel interessant en ik vrees dat er intussen niet veel veranderd is.)
"De vier machten met de sterkste capaciteit om de ontwikkelingen in Centraal Azië te beïnvloeden zijn Rusland, China, de Verenigde Staten en de Europese Unie. Als men de belangen van de regio beschouwt in een omvattende analyse van de kosten en baten van samenwerking met deze machten dan komt de Europese Unie bovenaan op de lijst te staan.
Rusland is de traditionele baas waar Centraal Azië aan gewend is en zich relatief comfortabel bij voelt. Het land heeft een arsenaal aan werktuigen om invloed te blijven houden in de regio (veiligheidsgaranties, goedkope wapens, economische projecten en investeringen enz.). Echter, op het ogenblik kan Rusland Centraal Azië geen reële oplossingen bieden voor de problemen van de regio (armoede, slecht bestuur en potentiële instabiliteit). Het heeft niet genoeg middelen, maar wat belangrijker is, het geeft geen goed voorbeeld voor de manier van omgang met deze problemen. Bovendien zijn er zorgen om het Russische "big brother" complex dat het voor Centraal Aziaten psychologisch moeilijk maakt de "multi-vector" diplomatie op te geven.
China is politiek en economisch succesvoller dan Rusland. Het is ook in staat en bereid om bij te dragen aan de veiligheid en de ontwikkeling van de regio. Echter, verdere integratie met China is zelfs problematischer dan met Rusland. In de eerste plaats kan China geen geschikte modellen bieden voor de omvorming van de Centraal Aziatische staten in goed functionerende openbare lichamen omdat zijn huidige communistische door de partij beheerd systeem een politiek "gisteren" voor post-sovjet republieken is. De Chinese overheid bevindt zich wel zelf in een proces van experimenteren en het is niet duidelijk hoe het politieke systeem van dit land zich zal ontwikkelen. In de tweede plaats is integratie met China psychologisch problematisch. Er is al aanzienlijke angst vanwege de Chinese economische expansie en migratie in de regio, vooral in Kazakstan, waar de instroom van Chinese migranten het grootste is vanwege de economische kansen in dit land. Anders dan Rusland wordt China gezien als "de ander", een heel andere beschaving die de lokale identiteit bedreigt. Evenals met Rusland wordt de Chinese immigratie vaak beoordeeld in termen van "langzame infiltratie" en "overname van de gebieden".
(De standpunten van het publiek worden weerspiegeld in de resultaten van de Asia Barometer Survey 2005: 25,5% van de Kazakse, 30,5% van de Kiergizische en 21,9% van de Oesbeekse respondenten vonden de invloed van China in hun land slecht of tameljk slecht. Het standpunt van de Tadjiekse respondenten was positiever, slechts 8,6% zei dat de invloed van China slecht was. Dit staat in tegenstelling tot de perceptie van Rusland, 2% van de Kazakse, 0,8% van de Kiergizische, 0,6% van de Tadjiekse en 1,9% van Oesbeekse respondenten vonden de invloed van Rusland slecht of tamelijk slecht.)
Het waarborgen van de lange-termijn veiligheid en voorspoed in Centraal Azië is onmogelijk zonder politieke hervormingen en China noch Rusland zijn geïnteresseerd in democratisering van Centraal Azië. In plaats daarvan hebben zij frauduleuze verkiezingen gelegitimeerd en handelen zij in het algemeen om de Centraal Aziatische regeringen af te schermen tegen internationale kritiek op hun onderdrukkende politiek. Rusland en China plaatsen zichzelf op de voorgrond als leidende veiligheidsleveranciers voor Centraal Azië door de Collectieve Veiligheids Verdrag Organisatie (CSTO) en de Shanghai Samenwerkings Organisatie (SCO). Hun enge benadering van veiligheid kan hun inzet op deze gebieden echter contraproductief maken. ... Op het ogenblik is het moeilijk zich Russische en Chinese soldaten voor te stellen bezig met militaire acties in Centraal Azië. Als dit echter al zou gebeuren zou een opflakkeren van anti-Russische en anti-Chinese sentimenten kunnen worden verwacht dat zou resulteren in de destabilisatie van Centraal Azië. De onderdrukking kan ook leiden tot verdere radicalisering van oppositionele facties wat niet goed voor de veiligheid van de regio is.
De mate waarin de VS internationale en nationale steun voor de handhaving en versterking van de onafhankelijkheid van de Centraal Aziatisch landen kunnen ontwikkelen maken hen een heel aantrekkelijke partner voor de Centraal Aziatische staten. Echter, de VS zijn ver weg en hun politiek en hun niveau van inzet in de regio worden bepaald door de algemene overwegingen van Euraziatische politiek, en daarom onderworpen aan verandering. De opkomende rivaliteit tussen de VS en de leidende buren van Centraal Azië - Rusland en China - suggereert dat diepere samenwerking tussen de staten van de regio en de VS zou kunnen leiden tot verhoogde spanningen in de regio.
Anders dan de VS heeft de EU lange termijn belangen in Centraal Azië, want het wordt geraakt door de ontwikkelingen in de regio. Zij heeft de middelen en, zoals de nieuwe strategie aangeeft, de intentie zich serieus in te zetten voor Centraal Azië. Zij wil bijdragen aan de transformatie van de regio in een veilige en goed bestuurde ruimte wat ook het meest tegemoet komt aan de belangen van de Centraal Aziaten, en zij kan modellen van politieke ontwikkeling en goed bestuur aanbieden die kunnen worden aangepast om hun doel te bereiken. Zij kan een alternatief zwaartepunt voor Centraal Azië leveren en reële kansen voor veiligheid en duurzame ontwikkeling. Wat tot nu toe ontbroken heeft dat is een samenhangend Europees beleid, gebaseerd op helder gedefinieerde belangen en geleid door realistische maar ambitieuze doelen in de regio." (Mijn vertaling - T.L.)
Aantekening 1
"In spite of its geographical situation as a bridge between Asia , especially China, and Europe, Central Asia has in reality been integrated into the broader sphere of European influence in politics, culture, trade and economics for several centuries, since the indigenous Turkic population fell successively under Ottoman and then Russian control. There are deep-rooted bonds between Europe and Central Asia which prevail to this day in the way their societies operate," staat te lezen in de - ongedateerde - "European Community Regional Strategy Paper for Assistance to Central Asia for the period 2007-2013". Dit is natuurlijk nonsens. Centraal Azië is al enkele eeuwen geïntegreerd in de "bredere sfeer van Europese invloed in politiek, cultuur, handel en economie" sinds de oorspronkelijk Turkse bevolking achtereenvolgens onder Ottomaans en dan Russisch bewind kwam? Nu horen Rusland en Turkije ineens bij Europa? Wat is nu deze "bredere Europese invloedssfeer"? Omvat zij Rusland wel, maar niet China. Dat is wat deze tekst - ongewild? - suggereert: denk erom, China, Centraal Azië is onze turf. Dit document stelt ook dat Centraal Azië buurland van de EU is geworden "in the wake of the enlargments" van de EU, hetgeen wel iets anders is. China kan dat ook zeggen "in the wake of the enlargment" nl. met Tsingkiang.
Aantekening 2
Hoe gaat het nu, anno 2013, met dit vijfjarenplan? Is er voortgangscontrole geweest? Is daarover gerapporteerd? (Of staan er nu weer een aantal bruggen zonder aansluitende wegen zoals wel eens vaker met EU-projecten?)
Aantekening 3
Rusland was volgens Mackinder de bezitter, zo niet de bezetter, van het hartland en wie het hartland bezat was zo’n beetje almachtig, beheerste de wereld. Waarom was Rusland dat dan niet en denken de Amerikanen het beter te kunnen als zij maar heer en meester in Centraal Azië zijn?
"De vier machten met de sterkste capaciteit om de ontwikkelingen in Centraal Azië te beïnvloeden zijn Rusland, China, de Verenigde Staten en de Europese Unie. Als men de belangen van de regio beschouwt in een omvattende analyse van de kosten en baten van samenwerking met deze machten dan komt de Europese Unie bovenaan op de lijst te staan.
Rusland is de traditionele baas waar Centraal Azië aan gewend is en zich relatief comfortabel bij voelt. Het land heeft een arsenaal aan werktuigen om invloed te blijven houden in de regio (veiligheidsgaranties, goedkope wapens, economische projecten en investeringen enz.). Echter, op het ogenblik kan Rusland Centraal Azië geen reële oplossingen bieden voor de problemen van de regio (armoede, slecht bestuur en potentiële instabiliteit). Het heeft niet genoeg middelen, maar wat belangrijker is, het geeft geen goed voorbeeld voor de manier van omgang met deze problemen. Bovendien zijn er zorgen om het Russische "big brother" complex dat het voor Centraal Aziaten psychologisch moeilijk maakt de "multi-vector" diplomatie op te geven.
China is politiek en economisch succesvoller dan Rusland. Het is ook in staat en bereid om bij te dragen aan de veiligheid en de ontwikkeling van de regio. Echter, verdere integratie met China is zelfs problematischer dan met Rusland. In de eerste plaats kan China geen geschikte modellen bieden voor de omvorming van de Centraal Aziatische staten in goed functionerende openbare lichamen omdat zijn huidige communistische door de partij beheerd systeem een politiek "gisteren" voor post-sovjet republieken is. De Chinese overheid bevindt zich wel zelf in een proces van experimenteren en het is niet duidelijk hoe het politieke systeem van dit land zich zal ontwikkelen. In de tweede plaats is integratie met China psychologisch problematisch. Er is al aanzienlijke angst vanwege de Chinese economische expansie en migratie in de regio, vooral in Kazakstan, waar de instroom van Chinese migranten het grootste is vanwege de economische kansen in dit land. Anders dan Rusland wordt China gezien als "de ander", een heel andere beschaving die de lokale identiteit bedreigt. Evenals met Rusland wordt de Chinese immigratie vaak beoordeeld in termen van "langzame infiltratie" en "overname van de gebieden".
(De standpunten van het publiek worden weerspiegeld in de resultaten van de Asia Barometer Survey 2005: 25,5% van de Kazakse, 30,5% van de Kiergizische en 21,9% van de Oesbeekse respondenten vonden de invloed van China in hun land slecht of tameljk slecht. Het standpunt van de Tadjiekse respondenten was positiever, slechts 8,6% zei dat de invloed van China slecht was. Dit staat in tegenstelling tot de perceptie van Rusland, 2% van de Kazakse, 0,8% van de Kiergizische, 0,6% van de Tadjiekse en 1,9% van Oesbeekse respondenten vonden de invloed van Rusland slecht of tamelijk slecht.)
Het waarborgen van de lange-termijn veiligheid en voorspoed in Centraal Azië is onmogelijk zonder politieke hervormingen en China noch Rusland zijn geïnteresseerd in democratisering van Centraal Azië. In plaats daarvan hebben zij frauduleuze verkiezingen gelegitimeerd en handelen zij in het algemeen om de Centraal Aziatische regeringen af te schermen tegen internationale kritiek op hun onderdrukkende politiek. Rusland en China plaatsen zichzelf op de voorgrond als leidende veiligheidsleveranciers voor Centraal Azië door de Collectieve Veiligheids Verdrag Organisatie (CSTO) en de Shanghai Samenwerkings Organisatie (SCO). Hun enge benadering van veiligheid kan hun inzet op deze gebieden echter contraproductief maken. ... Op het ogenblik is het moeilijk zich Russische en Chinese soldaten voor te stellen bezig met militaire acties in Centraal Azië. Als dit echter al zou gebeuren zou een opflakkeren van anti-Russische en anti-Chinese sentimenten kunnen worden verwacht dat zou resulteren in de destabilisatie van Centraal Azië. De onderdrukking kan ook leiden tot verdere radicalisering van oppositionele facties wat niet goed voor de veiligheid van de regio is.
De mate waarin de VS internationale en nationale steun voor de handhaving en versterking van de onafhankelijkheid van de Centraal Aziatisch landen kunnen ontwikkelen maken hen een heel aantrekkelijke partner voor de Centraal Aziatische staten. Echter, de VS zijn ver weg en hun politiek en hun niveau van inzet in de regio worden bepaald door de algemene overwegingen van Euraziatische politiek, en daarom onderworpen aan verandering. De opkomende rivaliteit tussen de VS en de leidende buren van Centraal Azië - Rusland en China - suggereert dat diepere samenwerking tussen de staten van de regio en de VS zou kunnen leiden tot verhoogde spanningen in de regio.
Anders dan de VS heeft de EU lange termijn belangen in Centraal Azië, want het wordt geraakt door de ontwikkelingen in de regio. Zij heeft de middelen en, zoals de nieuwe strategie aangeeft, de intentie zich serieus in te zetten voor Centraal Azië. Zij wil bijdragen aan de transformatie van de regio in een veilige en goed bestuurde ruimte wat ook het meest tegemoet komt aan de belangen van de Centraal Aziaten, en zij kan modellen van politieke ontwikkeling en goed bestuur aanbieden die kunnen worden aangepast om hun doel te bereiken. Zij kan een alternatief zwaartepunt voor Centraal Azië leveren en reële kansen voor veiligheid en duurzame ontwikkeling. Wat tot nu toe ontbroken heeft dat is een samenhangend Europees beleid, gebaseerd op helder gedefinieerde belangen en geleid door realistische maar ambitieuze doelen in de regio." (Mijn vertaling - T.L.)
Aantekening 1
"In spite of its geographical situation as a bridge between Asia , especially China, and Europe, Central Asia has in reality been integrated into the broader sphere of European influence in politics, culture, trade and economics for several centuries, since the indigenous Turkic population fell successively under Ottoman and then Russian control. There are deep-rooted bonds between Europe and Central Asia which prevail to this day in the way their societies operate," staat te lezen in de - ongedateerde - "European Community Regional Strategy Paper for Assistance to Central Asia for the period 2007-2013". Dit is natuurlijk nonsens. Centraal Azië is al enkele eeuwen geïntegreerd in de "bredere sfeer van Europese invloed in politiek, cultuur, handel en economie" sinds de oorspronkelijk Turkse bevolking achtereenvolgens onder Ottomaans en dan Russisch bewind kwam? Nu horen Rusland en Turkije ineens bij Europa? Wat is nu deze "bredere Europese invloedssfeer"? Omvat zij Rusland wel, maar niet China. Dat is wat deze tekst - ongewild? - suggereert: denk erom, China, Centraal Azië is onze turf. Dit document stelt ook dat Centraal Azië buurland van de EU is geworden "in the wake of the enlargments" van de EU, hetgeen wel iets anders is. China kan dat ook zeggen "in the wake of the enlargment" nl. met Tsingkiang.
Aantekening 2
Hoe gaat het nu, anno 2013, met dit vijfjarenplan? Is er voortgangscontrole geweest? Is daarover gerapporteerd? (Of staan er nu weer een aantal bruggen zonder aansluitende wegen zoals wel eens vaker met EU-projecten?)
Aantekening 3
Rusland was volgens Mackinder de bezitter, zo niet de bezetter, van het hartland en wie het hartland bezat was zo’n beetje almachtig, beheerste de wereld. Waarom was Rusland dat dan niet en denken de Amerikanen het beter te kunnen als zij maar heer en meester in Centraal Azië zijn?
woensdag 5 september 2012
Peter Hopkirk, The Great Game
"The Great Game" van Peter Hopkirk is eerst in 1990 verschenen met de subtitel "On Secret Service in High Asia", maar in de huidige versie van 1992, waarvan overigens de tekst hetzelfde is, als "The Struggle for Empire in Central Asia", met een nieuwe inleiding waarin het verschijnsel van "the New Great Game" wordt gesignaleerd. "The Great Game" duurde van 1813 tot 1907 en in de huidige worsteling wordt het "spel" met andere spelers heropend. Zoals bekend gaat het om de strijd om heerschappij in Centraal Azië. De Russen aan de noordkant van het gebied waren bezig met een groot expansieproject naar het Zuiden, wellicht met de uiteindelijke bedoeling India te veroveren. De Britten hadden handelsvestigingen aan de zuidkust van de Perzische Golf tot en met India. Zij waren bang dat de Russen deze vestigingen gingen bedreigen en tenslotte misschien veroveren. Het gebied waardoor aanvallen van de Russen verwacht konden worden en waar de Britten dus voorzorgsmaatregelen moesten nemen was wat tegenwoordig Centraal Azië wordt genoemd.
Het boek is mooi geschreven. Het beslaat zo’n 530 pagina’s en is ingedeeld in drie delen met samen 37 hoofdstukken van elk ongeveer 15 bladzijden, een lengte die de hoofdstukken stuk voor stuk goed leesbaar en spannend maakt. De stijl is journalistiek. De schrijver heeft zich geconcentreerd op de spelers in de "great game" en wel, zoals de eerste ondertitel al aangaf, de spelers in het veld, minder die in de kabinetten thuis. De politieke en diplomatieke verwikkelingen worden daardoor meer - summier vertelde - achtergrond dan hoofdzaak. Inmiddels worden de geopolitieke motieven van de twee rivalen, Rusland en Engeland, wel degelijk heel duidelijk.
De omslagtekst zegt dat het boek van Peter Hopkirk "de geschiedenis vertelt van deze grote imperialistische worsteling om strategische en economische suprematie die werd uitgevochten op het wrede en troosteloze gebied tussen de Kaukasus en China. Toen het spel begon lagen de grenzen van Rusland en Brits Indië zo’n 3000 kilometer uit elkaar, op het einde, toen de karavansteden van de oude Zijderoute een voor een in handen van de bereden kozakken waren gevallen, was die afstand geslonken tot op plaatsen minder dan 30 kilometer. Vaak leek oorlog onvermijdelijk. Hier is de niet-fictionele wereld van "Kim" van Kipling, gezien via de avonturen van de deelnemers aan beide kanten - spionage en verraad op grote schaal in exotische omgevingen. De helden en schurken zijn ambitieuze jonge officieren, bloeddorstige emirs, meedogenloze Russische generaals en islamitische heilige strijders." (Verzuimd zijn de Britse politici en de Russische tsaars.)
Naarmate het verhaal van het boek vordert wordt het onmetelijke gebied waar deze strijd plaatsvindt steeds meer bekend, maar in het begin zijn er maanden nodig voor een reis over bergen en door woestijnen om bv. van Baloetsjistan in Herat te komen. en was het gebied volstrekt onbekend. De woestijnen waren kurkdroog en heet, er was geen water en nauwelijks voedsel te krijgen en men had grote kans op beroving door bandieten. De bedoeling was informatie te verzamelen over de mogelijkheden van het doorkruisen van deze gebieden met legers van duizenden manschappen, wat uiteraard een veelvoud opleverde van de problemen die een klein troepje al had. Zowel de Russen als de Britten ondernamen telkens van hun kant deze exploratietochten die werden uitgevoerd door meestal jonge officieren.
"Peter Hopkirk was 19 jaar lang "staff writer" voor "The Times" van Londen, vijf als "chief reporter" en een specialist op het gebied van het Midden- en Verre Oosten. Hij heeft uitgebreid gereisd in Russisch en Chinees Centraal Azië, de Kaukasus, Mongolië, Oost-Turkije, Perzië, Afghanistan, Pakistan en Noord-Indië. Buiten dit heeft hij nog drie boeken over deze regio geschreven.
Het boek is mooi geschreven. Het beslaat zo’n 530 pagina’s en is ingedeeld in drie delen met samen 37 hoofdstukken van elk ongeveer 15 bladzijden, een lengte die de hoofdstukken stuk voor stuk goed leesbaar en spannend maakt. De stijl is journalistiek. De schrijver heeft zich geconcentreerd op de spelers in de "great game" en wel, zoals de eerste ondertitel al aangaf, de spelers in het veld, minder die in de kabinetten thuis. De politieke en diplomatieke verwikkelingen worden daardoor meer - summier vertelde - achtergrond dan hoofdzaak. Inmiddels worden de geopolitieke motieven van de twee rivalen, Rusland en Engeland, wel degelijk heel duidelijk.
De omslagtekst zegt dat het boek van Peter Hopkirk "de geschiedenis vertelt van deze grote imperialistische worsteling om strategische en economische suprematie die werd uitgevochten op het wrede en troosteloze gebied tussen de Kaukasus en China. Toen het spel begon lagen de grenzen van Rusland en Brits Indië zo’n 3000 kilometer uit elkaar, op het einde, toen de karavansteden van de oude Zijderoute een voor een in handen van de bereden kozakken waren gevallen, was die afstand geslonken tot op plaatsen minder dan 30 kilometer. Vaak leek oorlog onvermijdelijk. Hier is de niet-fictionele wereld van "Kim" van Kipling, gezien via de avonturen van de deelnemers aan beide kanten - spionage en verraad op grote schaal in exotische omgevingen. De helden en schurken zijn ambitieuze jonge officieren, bloeddorstige emirs, meedogenloze Russische generaals en islamitische heilige strijders." (Verzuimd zijn de Britse politici en de Russische tsaars.)
Naarmate het verhaal van het boek vordert wordt het onmetelijke gebied waar deze strijd plaatsvindt steeds meer bekend, maar in het begin zijn er maanden nodig voor een reis over bergen en door woestijnen om bv. van Baloetsjistan in Herat te komen. en was het gebied volstrekt onbekend. De woestijnen waren kurkdroog en heet, er was geen water en nauwelijks voedsel te krijgen en men had grote kans op beroving door bandieten. De bedoeling was informatie te verzamelen over de mogelijkheden van het doorkruisen van deze gebieden met legers van duizenden manschappen, wat uiteraard een veelvoud opleverde van de problemen die een klein troepje al had. Zowel de Russen als de Britten ondernamen telkens van hun kant deze exploratietochten die werden uitgevoerd door meestal jonge officieren.
"Peter Hopkirk was 19 jaar lang "staff writer" voor "The Times" van Londen, vijf als "chief reporter" en een specialist op het gebied van het Midden- en Verre Oosten. Hij heeft uitgebreid gereisd in Russisch en Chinees Centraal Azië, de Kaukasus, Mongolië, Oost-Turkije, Perzië, Afghanistan, Pakistan en Noord-Indië. Buiten dit heeft hij nog drie boeken over deze regio geschreven.
dinsdag 21 augustus 2012
Eurazië
Vandaag ontvangen van John Darwin, After Tamerlane. The Rise and Fall of Global Empires, 1400-2000, 2007 en The Empire Project. The Rise and Fall of the British World-System, 1830-1970, 2012; Justin Marozzi, Tamerlane. Sword of Islam, Conqueror of the World, 2005; Jack Weatherford, Genghis Khan and the Making of the Modern World, 2004.
Wat moet ik hier allemaal mee? De laatste paar maanden heb ik Eurazië ontdekt. Nog een jaar geleden was ik gefixeerd op de alleenheerser, de Verenigde Staten van Amerika, totdat ik When China Rules the World van Martin Jacques en Aaron Friedbergs The Contest for Supremacy vond. Ik dacht toen dat wij ons veel meer in China moeten verdiepen omdat het wel eens het land van de toekomst zou kunnen zijn. Een afweging van de gewichten van de twee rivalen leek mij op zijn plaats en Friedberg voldeed aardig aan mijn wensen. Ook dat werd snel een fixatie. Ik houd daar niet van en ik begon mij eraan te ontworstelen. En kijk, ineens zag ik het licht. Waarom zitten de Amerikanen in Irak en Afghanistan? Wat moeten ze daar? Olie, grondstoffen? Het bevredigde mij niet, nog minder het idee dat ze daar de democratie brengen. Nee, de werkelijke reden is een geopolitieke: de Amerikanen voeren strijd met China, Rusland, Europa en India over Centraal-Azië. Eenmaal zover realiseerde ik mij dat Eurazië zo gigantisch groot is en op een zodanige manier samengesteld dat de Amerikanen kunnen vergeten dat zij er hun voor- of achtertuin van kunnen maken. Zij mogen meedingen met de grote Euraziatische machten, meer niet. Zo iets als een eindspel tussen Amerika en China is onzin. Almacht van Amerika nog meer. Dus, wij, Euraziaten, moeten ons meer richten op ons eigen gebied. En ik begon er zelf meteen mee door wat literatuur aan te schaffen.
Wat moet ik hier allemaal mee? De laatste paar maanden heb ik Eurazië ontdekt. Nog een jaar geleden was ik gefixeerd op de alleenheerser, de Verenigde Staten van Amerika, totdat ik When China Rules the World van Martin Jacques en Aaron Friedbergs The Contest for Supremacy vond. Ik dacht toen dat wij ons veel meer in China moeten verdiepen omdat het wel eens het land van de toekomst zou kunnen zijn. Een afweging van de gewichten van de twee rivalen leek mij op zijn plaats en Friedberg voldeed aardig aan mijn wensen. Ook dat werd snel een fixatie. Ik houd daar niet van en ik begon mij eraan te ontworstelen. En kijk, ineens zag ik het licht. Waarom zitten de Amerikanen in Irak en Afghanistan? Wat moeten ze daar? Olie, grondstoffen? Het bevredigde mij niet, nog minder het idee dat ze daar de democratie brengen. Nee, de werkelijke reden is een geopolitieke: de Amerikanen voeren strijd met China, Rusland, Europa en India over Centraal-Azië. Eenmaal zover realiseerde ik mij dat Eurazië zo gigantisch groot is en op een zodanige manier samengesteld dat de Amerikanen kunnen vergeten dat zij er hun voor- of achtertuin van kunnen maken. Zij mogen meedingen met de grote Euraziatische machten, meer niet. Zo iets als een eindspel tussen Amerika en China is onzin. Almacht van Amerika nog meer. Dus, wij, Euraziaten, moeten ons meer richten op ons eigen gebied. En ik begon er zelf meteen mee door wat literatuur aan te schaffen.