dinsdag 18 september 2007

Iran

"Only Iran Can End U.S. Iraq Nightmare" luidt de titel van een artikel van Tony Karon op zijn blog Rootless Cosmopolitan. Dus niet alleen William S. Lind (zie mijn blog van 25 juli jl.) is die mening toegedaan. Tegelijkertijd is er een publicatie te lezen over het bemiddelende optreden van El Baradei dat tot veel ongenoegen leidt bij de Amerikanen, de Britten, de Fransen, de Duitsers en waarschijnlijk ook "de" Nederlanders. Hij doet teveel concessies aan de Iraniërs, vinden zij. Er moet met die lui niet onderhandeld worden, er moet met de sabels worden gerinkeld, zij moeten geïntimideerd worden, dat is de juiste tactiek.
"And now that the British poodle is no longer available to provide Bush with some sycophantic “international support,” a French poodle has happily taken his place. The French Foreign Minister Bernard Kouchner today said, “We have to prepare for the worst, and the worst is war.”" Aldus Paul Woodward op zijn blog "War in context".
En dan de "poodle's poodle's poodle": "Minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, zei vanochtend in Parijs VN-optreden te prefereren maar dat Europees optreden noodzakelijk is om effectieve druk op Iran uit te oefenen." Aldus het Handelsblad.
Wat gebeurt er nu eigenlijk? Wordt er fatsoenlijk onderhandeld of wordt er gestookt? Dat onze minister daaraan meedoet!! Wat is des poedels kern?

maandag 17 september 2007

Kanker

Ik heb mijn geboortedatum (16 juli 1935) weggehaald uit mijn profiel. Hij werd door blogger.com vertaald in "kanker", wat volgens die lui de Nederlandse vertaling van "cancer" is. Ik ben dus alleen maar een kreeft, naar ik hoop zonder kanker.

donderdag 13 september 2007

Rechten

O ja, over (gebrek aan) belangstellingen gesproken. Drie kwart jaar geleden schreef ik een blog met de naam "rechters". Daar heb ik nooit enige reactie op gekregen. Vandaag eens met de in het voorlaatste blog beschreven methode checkende wie er belangstelling heeft voor "rechten" kom ik op 4 bloggers. Geen wonder dat het niemand interesseert dat de oorlog in Irak in strijd is met het volkenrecht en dat de deelnemers eraan oorlogsmisdadigers zijn.

Er is een mooi boek uit van Marjorie Cohn, Cowboy Republic Six Ways the Bush Gang Has Defied the Law. Het wordt zeer uitvoerig besproken door Steve Lendman. Hoewel ik wel weet dat niemand ernaar zal talen zeg ik het toch maar. Lendman: "Marjorie Cohn is a distinguished law professor at Thomas Jefferson School of Law in San Diego where she's taught since 1991 and is the current president of the National Lawyers Guild. She's also been a criminal defense attorney at the trial and appellate levels, is an author, and has written many articles for professional journals, other publications, and for noted web sites such as Global Research, ZNet, CounterPunch, AfterDowning Street, Common Dreams, AlterNet and others. Her long record of achievements, distinctions and awards is broad and varied for her teaching, writing and her work as a lawyer and activist for peace, social and economic justice."
Cohn analyseert als jurist, wat zeldzaam is. Haar "six ways" omvatten: de (il)legaliteit van de Irak-oorlog, het martelen van gevangenen, het willekeurig doden zonder proces, het gevangen houden in Guantanamo, het bespioneren van Amerikanen, de weigering om het recht uit te voeren, het systeem van zg. "extraordinary rendition", e.d.
Cohn gelooft dat het recht de oplossing van de huidige problematiek is en dat de VS "uiteindelijk" weer tot het recht zullen terugkeren, zoals in het door haar gedocumenteerde verleden waarin dit soort aberraties vaak zijn voorgekomen altijd weer gebeurde, maar zij weet niet wanneer. Zo'n geloof in het recht...

Taal

Ik heb alle engelstalige benamingen van mijn belangstellingsgebieden maar weer weggehaald. Er is toch geen angel-sakser te vinden die Nederlands leest. Als zo iemand al bij mij op "humanism" komt, zal hij wat ik te melden heb over humanisme niet kunnen volgen. Het zij zo. Of het zij niet zo, maar dan verandert er ook niks.

zondag 2 september 2007

Mijn profiel/my profile

Ik heb de afgelopen dagen mijn profiel aanzienlijk uitgebreid. Naarmate je namelijk meer interesses, favoriete films en boeken erop hebt staan, heb je meer overeenkomsten met andere bloggers. Door in je profiel te klikken op de links die je interessegebieden aanduiden, kun je zien wie er nog meer bezig is met, bij voorbeeld, "literatuur". Ik heb ook sommige benamingen van interesses in het Nederlands en in het Engels geschreven. Geen Engelstalige blogger komt op "humanisme", maar wel op "humanism". Vervolgens heb ik een tijd lang de proef op de som genomen en eens wat overeenkomsten afgetast. Dat was een enorme teleurstelling. Er blijken maar weinig mensen, zowel in het nederlands- als in het engelstalige gebied, bezig te zijn met de dingen die mij het meest aan het hart gaan. Natuurlijk zijn het er 100.000 als je "geschiedenis" (of "history") of "literatuur" (danwel "literature") aanklikt, maar probeer het maar eens met "The True Story of the Novel": één respondent. Probeer het zelf maar eens. Mijn profiel is voor iedereen toegankelijk en je kunt naar hartelust op de links drukken.
Teleurstelling? Terwijl de openbare discussie vol is van de vraag naar de legitimiteit van de zogenaamde oorlog in Irak, blogt er niemand over "the history of the law of nations", "the law of nations", "volkenrecht", "geschiedenis van het volkenrecht", "volkenrechtsgeschiedenis". Wat betekent dit? "Internationale betrekkingen" en "international relations" scoren wel aardig, het eerste ook niet overweldigend met 5, het tweede met 1300 gebruikersprofielen.

woensdag 22 augustus 2007

Bush en Nixon

De vergelijking van Bush met Nixon die ik in mijn laatste blogs lijk te voltrekken, is natuurlijk een soort heiligschennis. Niet dat ik de twee heren echt vergeleek, ik stelde de stap van Nixon naar China als voorbeeld. Voor Bush uiteraard, dat wel. Meer had ik - nog - niet te zeggen. Nu lees ik: "The prevailing barometer of acute public dissatisfaction with the White House surpasses the corresponding disaffection with President Richard M. Nixon when the Senate Watergate hearings began in May 1973. And Mr. Nixon had recently trounced Sen. George McGovern in the 1972 elections, winning 49 states." (Slate, 21 aug. 2007). Het staat in een artikel "The Heart of Queens Can Nancy Pelosi single-handedly take impeachment off the table? " door Bruce Fein, "constitutional lawyer". Dat is wel degelijk een mooie vergelijking, die ik niet kan nalaten te reproduceren.
Het artikel van Fein gaat over de vraag of Bush een impeachment aan zijn broek moet krijgen. 45% van de bevolking van de VS is daarvoor, niet minder dan 55% wil ook Cheney impeachen. Pelosi houdt dit tegen en versterkt daarmee de positie van Bush en Cheney, zoals uit recente "surges" in de Midden-Oosten politiek van het Witte Huis blijkt. Het gaat daar wel goed in de onvolprezen USA. Wat beweegt die democraten toch? Partijpolitieke motieven kunnen het niet alleen zijn. De democraten hebben er blijkbaar ook geen zin in de militaire posities in het Midden Oosten op te geven. Ook te grote auto's?
Gisteren schreef ik over de opkomst van een multipolaire wereld. Iedereen kan zien dat er inderdaad weer een aantal hoofdrolspelers in het veld zijn. De vraag is nu maar: welk spel spelen zij? Soms heb je het gevoel dat ze zelfs nog niet eens aan stratego toe zijn en dat het dus wel weer op geweld zal uitlopen. Hoewel...
Alsof ik het zag aankomen: Al Maliki wordt ervan verdacht dat hij in Syrië een boodschap van de Amerikanen is gaan afgeven. Hij ontkent dat natuurlijk en doet net of hij zelfstandig handelde met de mededeling aldaar dat de Syriërs eens iets moeten doen aan hun grensbewaking en niet voortdurend verkeerde strijders moeten doorlaten. Bush van zijn kant laat zich gereserveerd uit als hem gevraagd wordt wat hij vindt van de oproep van senator Levin aan het Iraakse parlement om Al Maliki af te zetten. Dat zijn zaken van de Irakezen zelf, zegt hij. (Je weet niet wat je hoort. Wat doen die honderdduizenden Amerikanen dan in dat land? En waarom willen ze niet weg? Well, we only want a change of regime, weet je wel.) Ahmadinejad heeft een uitnodiging om naar Bagdad te komen aanvaard waar Bush niet blij mee zal zijn. What's going on? Zou het denkbaar zijn dat er in het Midden Oosten langzamerhand toch een beetje een neiging tot zelfstandigheid ontstaat? En dat men elkaar opzoekt: Iran, Irak, Syrië, Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië, Palestina?
Hier in Nederland heeft Pronk het item van een onderzoek naar de legaliteit van de oorlog in Irak weer aan de orde gesteld. Dat is een stap in de goede richting, maar de (Hollandse) "coalitie" zal in dit geval wel niet "willing" zijn.

dinsdag 21 augustus 2007

VS-Iran

Ter inleiding op een artikel van Dilip Hiro, (auteur van Secrets and Lies: Operation "Iraqi Freedom" en meer recent Blood of the Earth: The Battle for the World's Vanishing Oil Resources), getiteld "The Sole Superpower in Decline The Rise of a Multipolar World", schrijft Tom Engelhardt dat er sprake is van een wegsijpelen van de Amerikaanse macht. De meest recente verschijnselen die dit volgens hem demonstreren zijn de uitlating van de Afghaanse leider, Karzai, in de VS dat Iran een helper en een oplossing voor zijn land is, en het bezoek van de Iraakse minister-president, Al Maliki, aan Teheran. Beiden worden algemeen beschouwd als marionetten van de VS of A. Vervolgens, "to add insult to injury, just a week after Bush and Karzai met in Washington, Ahmadinejad headed for Kabul with a high-ranking Iranian delegation to pay his respects to the Afghan president "in open defiance of Washington's wishes." Think slap in the face." Engelhardt wijst verder op het opdringen van Rusland en op de provocerende acties van Chavez, evenals op het recente nieuws over Russisch-Chinese samenwerking. Hij geeft dan ook Dilip Hiro gelijk als deze een veelpolige wereld ziet opkomen met naar evenredigheid een "decline" van de VS. (Het laatste doet mij denken aan wat Geoffrey Barraclough de "dwarfing of Europe" noemde, toen dat werelddeel in de eerste helft van de 20e eeuw de opkomst van niet-Europese supermogendheden moest dulden, ten koste van zijn eigen globale suprematie.)
Misschien is niet zo belangrijk dat de Amerikaanse hegemonie aan het tanen is, maar dat er tekenen zijn dat de VS Iran wil benaderen. Misschien zijn Karzai en Al Maliki voorposten voor een nieuw Amerikaans Iran-beleid. Wij zouden hier de eerste vingeroefeningen kunnen zien van een tweede Nixon-stap naar de vijand. Laten we hopen dat het zo is.
De minister-president van Iran, Ahmadinejad, heeft inmiddels de uitnodiging voor een tegenbezoek aan Bagdad aanvaard.

zaterdag 18 augustus 2007

Sadr president?

Over de mogelijkheid dat Moktada al-Sadr in de naaste toekomst een belangrijke rol gaat spelen in de Iraakse politiek zie het artikel van David Apgar in "The Globalist" van maandag 13 augustus jl., getiteld "President Sadr: America's Last, Best Hope?"

dinsdag 14 augustus 2007

An American in Iraq

Every now and then krijg je reclame in je email om toch vooral te profiteren van de stijgende economie van China. Het Westen schijnt helemaal aan de top te zitten en kan als investeringsgebied wel worden opgegeven. Toch klopt dat niet helemaal. Er zijn weer nieuwe mogelijkheden om profijtelijk te investeren in maatschappijen waarvan wij het bestaan nauwelijks kennen, maar die enorme winsten maken. Lees maar eens het volgende artikel: The Mercenary Revolution: Flush with Profits from the Iraq War, Military Contractors See a World of Business Opportunities. Kortom, neem aandelen in Blackwater USA, Dyncorp, Triple Canopy, Erinys, ArmorGroup o.d. In Irak alleen al hebben zij meer mensen in dienst, nl. zo'n 200.000, dan het daar aanwezige Amerikaanse leger, maar zij zijn ook actief in - o.a.! - Somalië, Soedan, Congo, Colombia, Bolivia. Een deel van hun activiteiten wordt zelfs gefinancierd door de Verenigde Naties.
Investeer dus in dit soort maatschappijen en stel op die manier aan allerlei dubieuze regimes huursoldaten ter beschikking die niet onder de wet vallen en ongestoord kunnen doden en intimideren, tot heil van de mensheid. Een groot voordeel is dat deze firma's (zg. "private war corporations", even laten doordringen) niet aan enige vervelende democratische controle zijn onderworpen of te maken hebben met zogenaamde mensenrechten, zodat zij de meest effectieve middelen zijn om "freedom and democracy" te brengen.
Voor grote risico's hoeft de belegger niet bang te zijn, want dit zegenrijke werk wordt gesponsord door de heren Bush en Cheney, die waarschijnlijk ook aandelen in de genoemde firma's hebben. (Voor een paar duiten kan men dus zelfs collega worden van deze hoge heren.) Heel verstandig van deze echte mannen is dat zij weigeren een datum vast te stellen voor de terugtrekking van de officiële troepen. De "private corporations" moeten eerst de gelegenheid krijgen om zich definitief te settelen. Zolang dat niet het geval is hebben zij onze steun meer dan nodig. (Gelukkig zien ook de democraten thans in dat een langer, misschien wel eeuwig verblijf van de gevechtseenheden nodig is.) Trouwens ook onze eigen regering steunt dit werk, alles is dus in orde.
Hoe effectief "onze" mensen optreden blijkt uit een bericht van Tom Engelhardt, getiteld "Escalation by the numbers. What 'Progress' in Iraq really means", dat men o.a. hier kan lezen. Wat Engelhardt niet begrijpt is dat de paar Amerikanen die sneuvelen, gemakkelijk weggeschrapt kunnen worden tegenover de enorme productie aan doden en gevluchten die het werkelijke rendement van de geïnvesteerde bedragen vormen.

maandag 30 juli 2007

De staat Irak 2

Er zijn niet zo weinig mensen die aandringen op de terugtrekking van de VS uit Irak. Zie ook "America must pull out of Iraq to contain civil war" door Samuel Berger en Bruce Riedel in de Financial Times van 23 juli 2007. Nederland maakt verder plannen om daar te opereren.
En over de mogelijkheid om relaties met Iran te hebben zie "How to Talk to Iran" door James Dobbins in de Washington Post van 22 juli 2007. Het regime van Bush en Cheney máákt Iran tot vijand ("rogue state").
Het artikel van William S. Lind waar ik het op 25 juli over had, is nog niet zo irreëel.

woensdag 25 juli 2007

De staat Irak

Op 3 juli 2007 noteerde ik naar aanleiding van een uitlating van Tony Blair dat "freedom and democracy" alleen maar interessant is binnen de staat. Wat wij onder democratie verstaan is "de gedemocratiseerde staat" en wat wij onder vrijheid verstaan is "vrijheid van de staat", staatloze sfeer. Hier, in het Westen, is de evolutie zo geweest dat er eerst de staat was en vervolgens de vrijheid en de democratie daarin. De staat is daarbij de organisatie die niet de stam, niet het feodale vorstendom, niet de kerkelijke organisatie (niet de familie, niet de partij, niet de mafia) meer is, maar een algemene toestand van de burgers, los van hun ethniciteit, stand, geloof e.d., die superieur is aan alle "lagere", en dan ook ondergeschikte, verbanden en individuen, een toestand die formeel een organisatie is, namelijk van de soevereiniteit. De staat is de politieke organisatie van die toestand, waarin wordt beslist over de vraag welke normen er gelden en wat er moet gebeuren.
Deze staat is in het Westen gevormd door strijd met en overwinning van de genoemde, oudere verbanden, hij is niet vanzelf ontstaan. Het zal dan ook duidelijk zijn dat het loslaten van het eigen bijzondere verband en het vinden van het algemene een immens moeilijk karwei is, een proces van emancipatie dat in een gegeven geval door miljoenen mensen op ongeveer hetzelfde tijdstip in de geschiedenis moet worden voltrokken. Als emancipatie is het een proces van bevrijding, in de eerste plaats van vertrouwde opvattingen omtrent en legitimaties van de politieke toestand, een proces dat uiterst pijnlijk kan zijn en meestal op leven en dood gaat.
Men moet zich dit goed realiseren om te zien hoe simplistisch en illusionistisch zo'n stelling als die van Blair is. Hij doet het voorkomen alsof mensen die van een dergelijke westerse ontwikkeling nagenoeg niets weten, zo'n fundamentele verandering in hun denken en leven in een handomdraai kunnen voltrekken, op dringend advies, zal ik maar zeggen, van de Verenigde Staten van Noord-Amerika. Zoals ik met mijn historisch betoog al aantoonde is dit ongefundeerde en onconstructieve onzin.
Vandaag vind ik een mooie, meer constructieve stellingname in een artikel over de staat Irak in "The Conservative American", getiteld "How to Win in Iraq", dat de informatieve ondertitel "A stable Iraqi state would constitute a strategic victory - and the only one still possible" draagt. De auteur ervan, William S. Lind, is er voorstander van het beleid te richten op het herstel van de staat Irak in plaats van op tactisch gewin in een oorlog. Aan drie voorwaarden moet daartoe worden voldaan. In de eerste plaats moeten de VS in gesprek gaan met Iran. ("...the first component of a strategy to win in Iraq is to establish a rapprochement with Iran.") In de tweede plaats moet Moktada al-Sadr met zijn leger worden geaccepteerd.("On the ground, al-Sadr is the leader most likely to restore an Iraqi state, and thanks to his steadfast opposition to the American occupation, he has legitimacy.") In de derde plaats moeten de VS uit Irak vertrekken. ("...to withdraw all American forces as rapidly as possible, which means within 12-18 months.") De VS zouden daarmee de aandacht verschuiven van het tactische, naar het strategische niveau.
Wat men van deze voorstellen ook mag denken, zij zijn gericht op de totstandkoming van een meer reële structuur dan waaraan Blair blijkt te denken. Zo kan het óók. Vrijheid en democratie zijn geen allesomvattende principes, waarvan "alles" kan worden afgeleid, maar onderdelen van veel omvattender constructies waarvan de staat een meer fundamenteel deel uitmaakt.
Met de afzetting van Saddam Hoessein is de Iraakse staat beëindigd. Restauratie ervan kan niet door de Amerikanen tot stand worden gebracht, zij missen daarvoor de acceptatie door de Irakezen en moeten dus verdwijnen. Trekken de Amerikanen zich terug, dan is de kans groot dat Moktada al-Sadr aan de macht komt en wellicht opnieuw een dictatuur vestigt. Hij zal daarbij, naar verwachting, gesteund worden door Iran. Dáármee moeten de VS dan ook zo snel mogelijk bevriend raken om nog een interessante rol in het Midden-Oosten te kunnen spelen.
Welke problemen overigens te verwachten zijn bij het herstel van de Iraakse staat, ook al is aan de boven besproken voorwaarden voldaan wordt uiteengezet door Peter Galbraith in zijn artikel "The War is Lost". De vraag is of de tegenstellingen tussen Koerden, Sunni´s en Shiïten overbrugbaar zijn en of er voldoende algemeenheid kan worden gevonden, eventueel voor een federatieve Iraakse staat.

zondag 8 juli 2007

Karzai en Van Middelkoop

President Karzai is volgens Van Middelkoop "vol lof" over het optreden van de Nederlanders in "zijn" land. Dat dankt je de koekoek. In de reportage van Jon Lee Anderson in "The New Yorker" waarnaar ik gisteren verwees, kan men het volgende lezen:
"One of the senior members of the A.E.F. (Afghan Eradication Force) told me that it appeared that the fields in the target area belonged primarily to the Alkozai tribe, leaving those of the Populzai—Karzai’s tribe—relatively untouched. “So the Dutch, wittingly or unwittingly, appear to be favoring the Populzai,” he said.""
Wat wil die Karzai nog meer?

zaterdag 7 juli 2007

Buitenlandse politiek

Op woensdag 14 februari 2007 noteerde ik mijn constatering dat ook anderen dan ik, in dit geval Brezinzki, de Amerikaanse buitenlandse politiek manicheïstisch vinden. In "Le monde diplomatique" van deze maand gebeurt hetzelfde en niet eens op eigen titel. Olivier Zajec - van de "Compagnie européenne d'intelligence stratégique" - verwijst daar aan het begin van een artikel over de "obsession antimissile" van de Amerikanen naar het "Rapport d'information no. 2961 sur les projets américains de défense antimissile, enregistré le 28 mars 2001 à la présidence de l'Assemblée nationale". Het rapport is dus gepubliceerd een half jaar voor de fameuze 11e september van dat jaar. Het interpreteerde de Amerikaanse projecten, die niettegenstaande volstrekt veranderde strategische randvoorwaarden momenteel weer worden hervat, als minder gebaseerd op een strategische analyse dan op een "théologie politique". Zij zouden gebaseerd zijn op drie duidelijk te onderscheiden geloofswaarheden:
1. de fantasie van een absolute veiligheid van de Verenigde Staten,
2. de mythe van de "frontier" (in dit geval het technologische front) en
3. de indeling van de mensen in goeden en slechterikken.
Het rijk van het Kwaad, oordeelde het rapport, is niet meer een bepaalde staat, de Sovjet-Unie, maar een categorie van relatief fluctuerende staten, vandaag Noord Korea, Irak of Iran, morgen misschien andere. Aldus de citaten uit het rapport van Zajec.

Hier, in Nederland, is het niet beter. Je valt stijl achterover als je de minister van Offensie, voorlopig nog Defensie genoemd, ziet schrappen in zijn begroting. Dat waren dus dingen die wij allang konden missen. Het is toch niet zo dat Afghanistan, dat, toegegeven, niet zo'n mooi georganiseerd geheel is als ons poldertje, een zo grote, onmiddellijke bedreiging voor Nederland vormt dat wij in een toestand van alle hens aan dek zitten? En dan de pretentie dat wij daar goed werk doen! Het is zo'n beetje als de renovatie van een wijkje in zeg Heerlen aanprijzen als bijdrage aan de nationale troep. En ook nog andere projecten korten om die reden. Maar, zal men zeggen, wij steunen dan toch maar onze vrienden en beschermers, de Amerikanen. Leest men wel eens hoe de Amerikanen over onze bijdrage in Afghanistan denken? Als men er al niet om moet lachen, ergert men zich grondig aan onze tactiek van het hazenpad: geen contact met de "vijand" maken, terugtrekken bij nadering; zo houdt men de bevolking te vriend. Zachte heelmeesters? Illusionisten. De risés van de Amerikanen. Een voorbeeld? Zie "The New Yorker" van 9 juli 2007. (Al eerder is er in Amerikaanse media over geschreven. Zie b.v. "The New York Times" van 6 april 2007.) Zo ver is het met Nederland gekomen. Begrijp mij niet verkeerd, ik bepleit geen Amerikaans optreden. Ik ben juist van mening dat de huidige Amerikaanse politiek - en waarom zou die met een democratische president veranderen? - falikant verkeerd is. Zij roept de agressie en het zogenaamde terrorisme op. Zij voert een regelrechte godsdienstoorlog. Zij is zelf terrorisme en agressie.
En wat de Nederlandse "bijdrage" betreft: zonder een deugdelijke staatsorganisatie - en die van de door de Amerikanen in het zadel gehouden heer Karzai en consorten is er geen - komt er van het vermeende ontwikkelingswerk niks terecht.

dinsdag 3 juli 2007

Freedom and democracy 2

Het citaat uit de rede van Tony Blair dat ik 19 juni jl. opnam was voor mijn gevoel zo dom dat ik uitvoerig commentaar overbodig achtte. Wie wil er nu geen "freedom and democracy" leek een retorische vraag. Alleen over het tempo waarin deze instituten gerealiseerd kunnen worden dacht en denk ik anders dan Blair.
Het lijkt alsof men ook in Nederland denkt zoals de ex-premier van Engeland. Dat mag ik mij persoonlijk aantrekken. De Nederlandse bewindslieden die denken dat Irak en Afghanistan in een paar jaar kunnen worden omgetoverd tot democratieën naar westers model, kennen hun rechtsgeschiedenis niet en ik heb aan het onderwijs daarvan een aantal jaren van mijn leven besteed. Een van de onderdelen daarvan, van de vaderlandse rechtsgeschiedenis dus, behandelde de geschiedenis van het Nederlandse staatsrecht. Het verplichte boek was "Hoofdlijnen uit de ontwikkeling van de rechterlijke organisatie in de noordelijke Nederlanden" van J.Ph. de Monté ver Loren en J. Spruit. De wat wijdlopige titel verborg dat het wel degelijk ging over de wording van het staatsrecht. Men bestudeerde er die ontwikkeling in vanaf het ei aan het begin van de jaartelling tot de Bataafse Omwenteling. Hetzelfde onderwerp werd behandeld in het boek met de titel "De wording van staat en soevereiniteit in de Middeleeuwen" van P.W.A. Immink, uitgegeven door Theo Veen, en in "Over koningen en bureaucraten. Oorsprong en ontwikkeling van de hedendaagse staatsinstellingen" van R.C. van Caenegem, welk laatste boek zich niet beperkt tot de Middeleeuwen, maar, zoals de ondertitel vermeldt, voortgaat tot op onze dag. Het verhaal van het begin en de verdere voortgang van de staatsvorming tot de tijd van de Republiek, is in alle drie de verhandelingen, op détails na, hetzelfde.
Ik vermeld deze boeken om te demonstreren dat het niet gaat om de een of andere singuliere theorie, voorgedragen door de een of andere zonderling. De erin voorgedragen theorie was de gangbare. In het bijzonder in het boek van Van Caenegem was ook de grens van het vaderlandse ver overschreden en werd een groot aantal landen met elkaar vergeleken.
Deze theorie vertelt een geschiedenis van 20 eeuwen. Eerst was er een stammen-staat of, zoals Van Caenegem het noemt, een acephale staat, een staat zonder hoofd. Het woord "staat" is in feite niet toepasselijk, er was geen staat. Er was een rechterlijke organisatie in plaats van een staat, hetgeen voor De Monté ver Loren reden was zijn geschiedenis de naam van die organisatie te geven. De staat is veel later ontstaan en wel als transformatie van het koningschap. Zij die koningen genoemd werden hadden een uitgebreid privé-bezit waarin hun "staat" bestond, een woord dat toen niet meer betekende dan "privé-vermogen" of "privé-huishouding". De staat als op zichzelf staande organisatie, buiten en boven de koning, ontstond pas veel later, pak weg in de 15e en 16e eeuw. Pas toen kon men zich de staat o.a. ook als republiek voorstellen. Hij was toen "de staat (=zaak of toestand) van het volk", niet slechts van de koning geworden.
In die ontwikkeling hebben ook het keizerschap en de kerk een belangrijke rol gespeeld. Zeker de kerk heeft een tijdlang een theokratische allure gehad wat meebracht dat haar politiek die van de keizer en de koningen overheerste. De keizer en de koningen waren de sterke arm van het christendom, zij dienden uit te voeren wat de kerkelijke autoriteit besliste en dienden ook alleen maar om het geloof gewapenderhand te verdedigen.
Om een lang verhaal kort te maken, het heeft eeuwen geduurd, tot in de tweede helft van de 16e eeuw, voordat de stammenheerschappij en de kerkelijke heerschappij geneutraliseerd konden worden en onderworpen aan de suprematie van de staat. En nog weer eens eeuwen voordat de staat democratisch werd en de bedoeling kreeg de vrijheid van het individu te realiseren en te beschermen. Dat was pas rond 1800.
Zij die vrijheid en democratie zo vanzelfsprekend vinden dat zij zich niet kunnen voorstellen dat anderen ze niet willen, vergeten dat die "anderen" vaak leven in een "acephale" structuur van stammen, die haar normen ontleent aan godsdienstige autoriteiten, ongeveer zoals het hier, in het Westen, tijdens de Middeleeuwen was. Ook daar een theocratie en stamverbanden, c.q. feodale toestanden. Afgezien van de sociale controle heeft men daar veel meer vrijheid en democratie dan hier. Wat Blair bedoelt is een staatstoestand, die de bedoelde "anderen" niet kennen. Wat hier vrijheid heet is "vrijheid van en binnen de staat" en wat wij democratie noemen is "democratie in de staat". Voor mensen die niet in staatsverband leven, maar in stam- of godsdienstig verband zijn de termen onbegrijpelijk. (En voor mensen die de geschiedenis van de ontwikkeling van hun staat vergeten zijn is dát onbegrijpelijk, zoals blijkt uit het citaat van Blair.)
Het heeft het Westen niet alleen 20 eeuwen gekost om tot de gedemocratiseerde staat en de grondrechten te komen, maar ook talloze oorlogen. Naarmate men zich dat meer realiseert begrijpt men beter dat het cadeau van de westerse vrijheid en democratie niet overal verstaan wordt. En misschien ook dat het overbrengen van de liberale en democratische boodschap niet een kwestie is van terroristen uitroken en niet-intentioneel burgers afslachten.
Voor wie niet zo bijziend is als de politici, die gefixeerd zijn op het pluche, is duidelijk dat zelfs in het Westen de staat voor veel burgers geen vanzelfsprekendheid is. Men hoeft niet meteen aan de maffia te denken, maar aan het in het algemeen als "chic" aangeduide consensualisme, waarmee de wet meer dan eens ontdoken wordt en dat gewoon corruptie is. Maar daarover een andere keer.
Voor het ogenblik volsta ik met de stelling dat de bestudering van de staats-ontwikkeling mooi materiaal oplevert om zich de problemen van nog-niet-statelijke samenlevingen voor te stellen en om modellen te vinden voor de oplossing van die problemen, ja, om zich voor te stellen hoe de algemene desinteresse voor de staat en het recht in elkaar zit. Stof dus voor de heer Hirsch Ballin en zijn commissie voor de propaganda van de rechtsstaat.

woensdag 27 juni 2007

Amerikanen 4

Dit is een mooi artikel: Condoleeza Rice Names the System van Ron Jacobs. Het is natuurlijk van het grootste belang dat men "het systeem", d.w.z. het imperialistische, hegemonische Amerika van George W. Bush, kan benoemen. Condoleeza Rice deed dat in een lezing die zij voor de Economische Club in New York gaf op 6 juni jl. Een tweetal citaten uit de bespreking van die lezing door Ron Jacobs: Rice "... stated that the Bush foreign policy is not a break with previous administrations, but a continuation of what she called "100 years of American realism." ... “Dr. Rice places the Democrats' opposition to the Bush strategy squarely in its place. Her speech made it clear that there are not two foreign policies at work in the upper echelons of the Washington-Pentagon-Wall Street axis, only a few differences in the methods used to achieve the goals of a single policy. That policy is the policy that best serves the corporate capitalist need to expand and dominate." "American realism", dat is de slogan. In dienst van "corporate capitalism". Men mag er gerust aan toevoegen "American corporate capitalism". Hoe dan ook, interessant. Ook hier weer niet "realisme" in het algemeen, maar "American realism" waar de lakeistaten, o.a. Nederland, bij mogen aansluiten, zolang het het Amerikaanse realisme uitkomt.
Ik lees trouwens met veel plezier de grote studie van Roger Morris over de geschiedenis van de CIA en de opkomst van Robert Gates daarin. Zeer illustratief. Ik vond het op de webpagina met "resources" voor het begrip van het werk van John le Carré.

dinsdag 19 juni 2007

Democracy and freedom

"Please do not believe that the ordinary Arab does not want democracy or freedom in the way we do. What country has ever chosen not to be a democracy - it is nonsense. It is what oppressors do to justify their oppression. They say democracy and freedom are western values. It is rubbish. They are universal values of the human spirit and they always will be."
Zei Tony Blair, volgens "The Guardian", gisteren tegen de "Commons liaison committee", bestaande uit leden van het parlement. Laat dit allemaal waar zijn, wat zeker voor wat betreft het "ever" niet het geval is, rechtvaardigt het dan de gewelddadige manier van optreden? Als er inderdaad sprake zou zijn van "universal values" dan zouden die "self-evident" zijn en uit zichzelf overtuigen. Opmerkelijk dat alle wijsheid van India en China bij elkaar nooit tot die slotsom is gekomen. Zij was wel degelijk voorbehouden aan het Westen. En ook daar heeft het vele eeuwen, ja millennia geduurd voordat er iets van terecht is gekomen, als dat al het geval is. (De westerse "freedom" is niet veel meer dan de vrijheid tot uitbuiting en het uitbetalen van de hoogste bonusen.) Het is een waanzinnig idee dat "democracy and freedom" even door een oorlog, waarvan de belligerenten dachten dat hij een kwestie van een paar maanden was, gevestigd kunnen worden. In ieder geval is het zelfs bij de "vrienden", bij voorbeeld Pakistan en Saudi-Arabië, nog niet eens gelukt. En opmerkelijk dat er zoveel Irakezen en Afghanen het land waar de zegeningen van "freedom and democracy" worden gebracht, ontvluchten.

zondag 17 juni 2007

Laatste nieuws

De krant op zondagmiddag:
http://politics.guardian.co.uk/tonyblair/story/0,,2104989,00.html (Blair knew US had no post-war plan for Iraq),
http://www.nytimes.com/2007/06/17/washington/17ghraib.html?_r=1&oref=slogin (General Says Prison Inquiry Led to His Forced Retirement),
http://news.independent.co.uk/uk/legal/article2666413.ece (A bloody epitaph to Blair's war
The death of a hotel receptionist in British custody was first reported by the IoS. In the week that the Law Lords ruled that the Human Rights Act applies to Iraqis in British custody, Andrew Johnston reveals the shocking witness statements that shed new light on a dark chapter in an illegal war),
http://news.independent.co.uk/fisk/article2666406.ece (Robert Fisk: A cry for justice from a good man who expected us to protect his son A report from the man who broke the original story... ).

17.50
Amerikanen 3
Het is niet zo moeilijk te begrijpen, wel nauwelijks te accepteren. Welke titel denken de Amerikanen te hebben om de acties in Irak, Palestina, Libanon, Somalië, Afghanistan uit te voeren waar wij dagelijks over lezen? Het simpelste zou zijn als er een opdracht of zo van de Verenigde Naties zou liggen, maar helaas is het zo eenvoudig niet. Wat dan wel? Ik moest er weer aan denken toen ik gisteren “Diplomacy” van Henry Kissinger opsloeg om iets op te zoeken. Ik weet niet meer wat, zo was ik gefrappeerd door wat stond op de pagina die ik toevallig opensloeg, namelijk 804. Daar begint het laatste hoofdstuk “The New World Order Reconsidered”. “Diplomacy” is van 1994 en ik meende altijd dat het geen deugdelijke analyse kon bevatten van de huidige wereldsituatie. Met Bush Jr. is immers radicaal gebroken met allerlei tradities die het internationale spel beheersten. Aldus mijn idee.
Echter, wat lees ik daar, op bladzijde 804? “... President Bush proclaimed his hope for a new world order in classically Wilsonian terms.” Dat was aan het begin van het laatste decennium van de 20e eeuw, vlak na het einde van de Koude Oorlog, en de bedoelde Bush was uiteraard Sr. Deze sprak zich uit in “classically Wilsonian terms”. Wat is daar opzienbarend aan? Wilson was de grote propagandist van de Volkenbond, een constructie die door zijn eigen volk niet is erkend. Men kan rustig zeggen dat Wilson het bête noir van Kissinger is. Waarom? “From the days of his youth, Wilson had believed that American federal institutions should serve as a model for an eventual “parliament of man”...” (pg. 223). Als Nederlander zou ik hier ook enthousiast over moeten zijn geweest. De Verenigde Staten waren immers grotendeels gevormd naar het beeld en de gelijkenis van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Kissinger echter, ziet er geen heil in. Hij heeft natuurlijk nu, na de mislukking van de bond, makkelijk praten, maar in feite heeft hij een andere reden dan de mislukking. Hij heeft politiek gesproken heel andere opvattingen. Niet dat hij Republikein is, maar hij denkt “realistisch” of “Realpolitisch” en beticht Wilson ervan dat hij een idealist was.
Datzelfde idealisme signaleert hij bij George Bush Sr. en bij zijn opvolger Bill Clinton. De eerste zei:

“We have a vision of a new partnership of nations that transcends the Cold War. A partnership based on consultation, cooperation, and collective action, especially through international and regional organizations. A partnership united by principle and the rule of law and supported by an equitable sharing of both cost and commitment. A partnership whose goals are to increase democracy, increase prosperity, increase the peace, and reduce arms.”

En Clinton had eenzelfde tekst:

“In a new era of peril and opportunity, our overriding purpose must be to expand and strengthen the world’s community of market-based democracies. During the Cold War, we sought to contain a threat to survival of free institutions. Now we seek to enlarge the circle of nations that live under those free institutions, for our dream is of a day when the opinions and energies of every person in the world will be given full expression in a world of thriving democracies that cooperate with each other and live in peace.”

Wilsonian? Luther Kingian, zou je zeggen, ware het niet dat deze woorden werden gesproken door de president van een land dat drie keer gedurende de laatste eeuw in een oppermachtige positie is geweest en de wereld heeft kunnen dicteren. Daarin zit uiteraard nu juist het probleem. Kissinger spreekt van een "temptation to recast the international environment in America's image". Zo’n wereld kun je niet dicteren. Zo’n wereld moet de wereld zelf willen. Het “we” dat deze mensen voortdurend in de mond hebben is alleen maar “we, Americans” en menigeen in de wereld dacht: “Speak for yourself,” als hij überhaupt de communicatiemiddelen had om deze jokers te horen praten. Van een democratisch verleende titel om de wereld te veranderen is nog minder sprake geweest dan van het “contrat social” van Rousseau.
Toch claimen de Amerikanen het recht op missionering en wel met de meest rauwe middelen die denkbaar zijn, zo’n beetje zoals Karel de Grote de Saksen “bekeerde”. Op grond waarvan? Op grond van de vermeende waarheid van hun systeem dat niet-aanvaarding ervan tot een vergissing maakt, een fout die zelfs gestraft mag worden, een zonde tegen de heilige geest. “Dwing ze te geloven,” zei Augustinus al en ook onze eigen Hugo de Groot, de vader van het volkenrecht, was er niet vies van anderen zijn geloof op te leggen. Voor hun bestwil natuurlijk.
Afgezien van wat ze nog meer zijn, worden de landen van het Midden-Oosten dienovereenkomstig beschouwd als missioneringsgebied. Het is dan ook niet vreemd dat ons christelijk geregeerde landje, het vaderland van Hugo de Groot, daar medewerking aan verleent. Wij, realisten, merken op dat het gaat om “a vison”, “a dream”, niet meer en ... betalen braaf onze belastingen, zodat deze droomklazen verder rustig de boel kunnen flessen.

dinsdag 5 juni 2007

Emancipatie

Jaren geleden dacht ik dat ik mijn autobiografie kon schrijven onder de titel "Emancipatie". Ik zag mijn leven als een proces van zelfbevrijding, ontworsteling, zoals het meestal heet. Waarvan had ik mij gedistantieerd? En waar was ik in terecht gekomen? Emancipatie is immers ook immancipatie. Ik heb mij van veel dingen losgemaakt, niet van een alleen. Misschien vinden sommigen dat zo'n titel voor mij ongepast is. Hij zou iets suggereren dat vrouwen meemaken of mensen met een andere dan blanke huidskleur of voormalige slaven. Een van deze courante bewegingen heb ik niet meegemaakt. Wel lag mijn geboortedorp in een kolonie, officieel echter wingewest genoemd, namelijk in Limburg. Degenen die zich gezet hebben aan het schrijven van een geschiedenis van dit gebied zijn het erover eens dat het niet bestaan heeft vóór de Bataafsche Omwenteling. Op het eerste gezicht lijkt dat niet zo belangrijk, want inmiddels is het gewest toch al meer dan twee eeuwen oud. Op het tweede gezicht echter blijkt dat het verdeeld is. Een deel ligt in België, een in Nederland. Voegt men die twee in gedachten samen, dan ziet men een Noord-Limburg dat er op een nogal vreemde manier aanhangt. Het hoort misschien meer tot Brabant. Enerzijds is Limburg dus te klein, anderzijds te groot. De hoofdstad, Maastricht, ligt niet in het midden, zodat zij voor iedereen even goed bereikbaar is, maar aan het einde van het lange en smalle grondgebied.
Niet alleen is Limburg verdeeld en overbedeeld, het verschilt van alle andere provincies van Nederland doordat het geen eigen identiteit heeft. De meeste Nederlanders kunnen zich noemen naar het gewest waar zij eeuwenlang toe behoord hebben. Al is Limburg dan twee eeuwen oud, het heeft in de verste verte niet een geschiedenis als die van Holland, Zeeland, Brabant, Gelderland, Utrecht, Friesland, Groningen. Limburg is geen product van de geschiedenis maar van politici (uit andere gewesten).Er wordt wel werk gemaakt van zo iets als identiteitsvorming, maar het grootste deel van wat daaruit voortkomt is reclamepraat.

zondag 29 april 2007

"Le roman en péril"

Een paar jaar geleden had ik voor een leesgezelschap in Maastricht een lezing gehouden over de geschiedenis van de roman. Ik had maar een uur en het was dus een globale inleiding in die geschiedenis geworden. Ik had vooral nadruk gelegd op het Europese karakter van het genre. Na afloop werd er bij een kop koffie doorgepraat. Aan het gesprek namen deel: de organisator van het evenement, een tweetal deskundigen, in feite neerlandici, iemand die een exclusieve leesgroep voor vrouwen leidde, en ik.
Zo’n structuur is natuurlijk onthullend. Organisatoren hebben zelf geen verstand van wat ze organiseren, zij moeten worden bijgestaan door deskundigen en "mensen uit de praktijk". Deze functioneren zo’n beetje als een raad van commissarisen of als een jury. Tot uitdrukking werd gebracht dat het concept van een Europese roman met scepsis diende te worden bejegend. Ik probeerde opnieuw mijn standpunt te verdedigen maar zonder succes. Vervolgens, voldoende in de verdediging gebracht, werd ik geconfronteerd met de vraag wat mij het meest interesseerde aan de roman, de vorm of de inhoud. Zo bot werd de vraag niet gesteld, maar zij was te reduceren op deze ouderwetse terminologie. Ik bekende mij tot een "realisme-in-laatste-instantie", de eis formulerende dat de roman voor mij altijd ergens over moet gaan. Dat botste op ijzige minachting. Ik was duidelijk gezakt. Mijn gesprekspartners waren absoluut niet geïnteresseerd in de inhoud. Het deed er niet toe waar de roman over ging als hij maar bestond uit een geraffineerd bouwwerk van kunstgrepen.
Ik moest hier gisteren weer aan denken bij lezing van "La littérature en péril" van Tzvetan Todorov, vorige maand uitgekomen (nl. "achevé d'imprimer ... en mars 2007"). Hij vertelt daarin, in het "Avant-propos", hoe hij, geboren en opgegroeid in communistisch Bulgarije, letteren studeerde. In zijn afstudeerscriptie vergeleek hij twee versies van een lange novelle van een Bulgaarse auteur uit het begin van de 20e eeuw met elkaar. Om vooral niet in conflict met het regime te komen beperkte hij zich tot een grammaticale analyse van de veranderingen die hij had aangebracht: overgankelijke werkwoorden vervingen intransitieve, de voltooid tegenwoordige tijd kwam veelvuldiger voor dan de onvoltooid verleden tijd, enz. "Mes observations échappaient ainsi à toute censure!"
De vraag rees bij mij: waarom waren de adviseurs van de organisator van mijn lezing alleen maar geïnteresseerd in de vormelijke of voor mijn part technische kant van de literatuur? Aan welk regime moesten zij ontsnappen?
Todorov vertelt beknopt maar volstrekt afdoende hoe het in zijn land onder het toenmalige regime toeging. Er was censuur en als men niet voldeed aan de ideologie van de partij kon men repercussies verwachten. Dit staat op de twee à drie pagina’s die voorafgaan aan het relaas over zijn scriptie. Terwijl ik zover nog niet was, maar alleen nog maar de beschrijving van die situatie, die natuurlijk overbekend is, volgde, begreep ik dat ik ook heel lang onder censuur heb geleefd. Niet in een communistisch land, maar een met een andere ideologie, misschien veel dwingender dan die van het dialectisch materialisme. Men had daar in het Oostblok het voordeel dat er een censor was en een partij die zich uitsprak. Men wist hoe het systeem in elkaar zat, het profileerde zich immers duidelijk. Men kende er zijn vijand.
Zo niet hier. Het gelijk van het communisme, daar in het Oostblok, moest nog bewezen worden, het berustte op een paar boeken vol met misschien niet helemaal afdoende bewezen theorieën. Sommige ouderen wisten nog wel beter. Het christendom daarentegen waarin ik opgroeide hoefde allang niet meer bewezen te worden, het was de natuurlijke waarheid, het was vanzelfsprekend, het was 1 en 1 is 2 en wie het tegensprak of in twijfel trok was gek. Debat over geloofswaarheden werd niet meer gevoerd, dat was protestants en de geestelijken brachten je heel patriarchaal en gemoedelijk, desnoods met een draai om je oren in het gareel. En niet alleen de geestelijken, de overgrote meerderheid had het niet op "andersdenkenden", zelfs niet op "denkenden". Die zondigden tegen de heilige geest en waren hoovaardig. In de conversatie konden zij dan ook gemakkelijk geïsoleerd en genegeerd worden om over te gaan op meer vormelijke en technische kwesties, op onschadelijk materiaal zoals het voetbal of het carnaval. Voor een antwoord op de vraag waartoe wij op aarde zijn, kon men zonder mankeren terecht in de katechismus en dit was dus geen punt van reflectie.
De ideologie van deze wereld was de christelijke dogmatiek, gehandhaafd niet door wel gedefinieerde en herkenbare instanties maar veel meer door een systeem van sociale controle, al even diffuus als het geloof zelf en levensgevaarlijk. Toen ik van het gym kwam en solliciteerde bij de Staatsmijnen, vroeg de personeelschef naar het bewijs van goed gedrag van de pastoor. Dat is weliswaar al een halve eeuw geleden, maar nog steeds schuwt men hier het ergens op ingaan: daar hebben wij het verstand niet voor.
Die stelling is maar een van de truuks om zijn vingers niet aan enige inhoudelijke zaak te branden. Een andere is de al uiteengezette van de aandacht richten op de vorm of de techniek en niet op de inhoud.
Dat lijkt heel wat, in het bijzonder dat je bij de tijd bent, i.c. de tijd van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de literatuur. Het heeft echter niets te maken met literatuur, maar alleen met de (literatuur)wetenschap. De literatuur wordt hierbij "réduite à l’absurde", de titel van het eerste hoofdstuk van "La littérature en péril". Todorov valt daarin het Franse onderwijssysteem aan waarbij, kort gezegd, de middelbare scholier wordt ingeleid in de literatuurwetenschap, maar niet in de literatuur. In Frankrijk is het niet slechter dan hier. Het resultaat van het onderwijs volgens dat systeem is dat men op het einde van de school geen literatuur kent omdat ze niet behandeld is en geen literatuurwetenschap omdat zij voor een middelbare scholier veel te moeilijk is (en hij er geen emplooi voor heeft gekregen).
De twee deskundige adviseurs die aan het bovengenoemde gesprek deelnamen, beiden neerlandici en leraren aan een middelbare school, leefden in de vanzelfsprekendheid van de onthouding van een oordeel over de inhoud. Misschien schrikt een van hen nog wel eens midden in de nacht wakker van de leegte waaraan hij gewend dacht te zijn, maar zij konden niet nalaten mij te behandelen als een slecht scorende scholier.
Een van de gebeurtenissen die mij in de geschiedenis van Nederland het meest zijn opgevallen, was de toetreding van het gewest Brabant tot de Staten-Generaal. Daarvan is het een ogenblik lid geweest. Dat is weinig, maar het gewest heeft zich op eigen kracht in dat lichaam weten te wurmen. Limburg is dat niet gelukt. Limburg had er de stamina niet voor. Het heeft nog steeds geen eigen kracht, geen eigen overtuiging, geen inhoud. Limburg wordt nog steeds bestuurd door de Heilige Geest, niet beseffende dat zelfs de grammatica - de vormleer - wel eens "a moral art" zou kunnen zijn.

vrijdag 27 april 2007

Is er nog hoop?

Tien dagen geleden wees ik op een artikel van Eric Hobsbawm in "Le monde diplomatique" van juni 2003. Ik was het helemaal eens met zijn analyse, over zijn remedie heb ik mijn twijfels. Het artikel besluit met de volgende zinnen, waarin zowel de analyse als het geneesmiddel kort geformuleerd worden:
"Op het ogenblik is het de belangrijkste opdracht de Verenigde Staten, zo al niet in bedwang te houden, dan op zijn minst op te voeden of her op te voeden. Er was een tijd dat de Verenigde Staten hun grenzen kenden of op zijn minst de voordelen die het kon hebben om zich te gedragen alsof er grenzen waren. Dat kwam voor een groot deel uit angst voor de ander, de Sovjetrepubliek. Nu deze vrees verdwenen is kunnen alleen het welbegrepen belang en de opvoeding het tij keren." ("A l’heure actuelle, l’objectif principal est, sinon de contenir, du moins d’éduquer ou de rééduquer les Etats-Unis. Il fut un temps où l’Empire américain connaissait ses limites, ou du moins les avantages qu’il pouvait y avoir à se comporter comme s’il avait ses limites. C’était en grande partie par peur de l’autre - l’Union soviétique. Maintenant que cette crainte a disparu, seuls l’intérêt bien compris et l’éducation peuvent prendre la relève.") (Eric Hobsbawm, in Le monde diplomatique van juni 2003.)
Zoals ik al eerder, voortbouwende op de stelling van het proefschrift van B.M. Telders, schreef (zie mijn blog van zaterdag 3 maart jl. ), verkeren de Verenigde Staten in een toestand van onzekerheid, hetgeen voor de wereld als geheel, waarvan zij de leader zijn, uiterst gevaarlijk is. Hobsbawm vertolkt datzelfde standpunt. Het enige dat erop zit is volgens hem "containment" of (her)opvoeding. Tot "containment" zijn momenteel vooral de bondgenoten geroepen. Zij moeten aan Washington het signaal geven dat er grenzen aan de macht van de VS zijn. Lakeiengedrag is niet een geschikt signaal.
(Her)opvoeding heeft een doel nodig, men voedt op tot iets. In de theorie van Telders is dat "iets" nu juist onmogelijk te vinden, ja, onbestaanbaar. Volgens de Amerikanen is er wat dit betreft geen probleem. Het "iets" waartoe de wereld volgens de Amerikanen moet worden gebracht, is de liberale democratie (Fukuyama) of, liever nog, "corporate capitalism". Hobsbawm spreekt van een "impérialisme des droits de l'homme", hetgeen op hetzelfde neerkomt maar een wat andere, namelijk een kritische overtoon heeft. In het feit dat de Amerikanen geen probleem zien, zit het probleem van de (her)opvoeding. Degene die opgevoed moet worden moet begrijpen dat zijn opvatting misschien niet absoluut is en bereid zijn haar ter discussie te stellen. Daarvan is niet alleen niet veel te merken, maar het zou ook het probleem al oplossen zonder (her)opvoeding. Het zou met andere woorden al leiden tot (her)bezinning op het eigen standpunt.